overgestoken om te zien hoe het met
ons was.
We hebben geluk gehad, voor veel
mensen is het anders afgelopen. De
familie Heins van Barlheze 27b heeft
twee kinderen verloren door het bom
bardement. Eén van de kinderen heb
ben ze twee maanden na het bombar
dement gevonden onder het puin van
viswinkel Maatman. Ons huis was wel
zodanig kapotdat we er niet meer in
konden wonen. We zijn toen uiteinde
lijk in de Weg naar Laren gaan wonen
bij een collega van mijn vader/'
Mevrouw Dinkelenberg woonde op
Barlheze 5; haar ouders hadden daar een
schoenenzaak. Zij vertelt het volgende
over haar belevenissen.
Toen we de vliegtuigen hoordenop
zaterdagmiddag 14 oktober 1944 zijn
we met een aantal mensen gevlucht
naar de kelder van de familie Vocht
een lampenzaak op de hoek van de
Barlheze en de Marspoortstraat. Die
mensen waren: mijn moeder, mijn
jongste broer, de gezusters Braakman
van de snoepwinkel op Barlheze 6,
Geert en Marie ons personeel, ikzelf
en natuurlijk mijn hond. Mijn vader
was tabak halen in Voorst, mijn oudste
broer moest graven voor de Duitsers.
Die jongen heeft zich naderhand
kapot lopen zoeken, waar wij toch
gebleven waren. Wij hadden thuis zelf
een goede schuilkelder, maar in de pa
niek loop je met de anderen mee naar
een schuilkelder.
Het bombardement ging verschrik
kelijk tekeer. Dan dacht je dat het
afgelopen was en dan hoorde je weer
geraas. Bij ons in de Barlheze gooide
men Brisantbommen en in de Water
straat brandbommen. Vooral dat geloei
van die branden hoorde je erg.
We waren verschrikkelijk bang. Wim
mijn jongste broer had mij aan de
arm vast. Ik had een mooie groene
overgooier aan, maar de hond heeft
van angst die hele overgooier stuk ge
beten. De gezusters Braakman zaten
daar met een heel groot Mariabeeld.
Ze waren katholiek en ze hadden daar
natuurlijk steun aan.
Na het bombardement stond ik we-
'a
Eind Barlheze met op de achtergrond het station