74 de buitenzijde van de muur te kunnen verdedigen. Bij de Kruittoren en bij de andere torens is dit allemaal goed waar te nemen. De vierkante torens worden over het algemeen gezien als de oudste verschij ningsvorm, de ronde en hoefijzervormige zijn van iets jongere datum. In de Nieuw- stad zijn beide vormen echter in één bouwcampagne rond 1320 toegepast. De Kruittoren had oorspronkelijk een "open keel". Een keel is de zijde van een muurtoren die naar de stad is gekeerd. Dat die keel open was had een zeer duidelijke reden. Als een vijand bij een belegering zo'n toren had veroverd moest het niet zo zijn dat hij zich daar veilig in kon verschansen. Daarom liet men de keel open. Vanuit de stad konden zo doende soldaten en gewapende burgers ongehinderd in die toren schieten. Vaak was de keel wel voorzien van een houten schotwerk, maar die kon in geval van nood gemakkelijk vanuit de stad in brand worden geschoten. In de zestiende eeuw werd het vuurge- schut een fenomeen waar ernstig rekening mee moest worden gehouden. Muurto rens als hierboven genoemd werden al lang niet meer gebouwd. De bestaande muurtorens werden soms tot de helft van hun hoogte verlaagd en omgeven door een aarden wal. In die gedaante werden ze opgenomen in de nieuwe aarden wal len die rondom de steden werden gelegd. Dat was min of meer de beginfase van de uitgebreide vestingwerken die zo kenmer kend zijn voor de zeventiende en achttien de eeuw rondom onze steden. In Zutphen zijn de muurtorens blijven staan. Men rea liseerde de aarden wallen op enige afstand van de oude stenen muur die daardoor de functie van een secundaire verdediging kreeg. In feite is men in Zutphen, nog voor de komst van de aarden wallen, zeer onzorgvuldig om gegaan met de stenen muur. Het is bekend dat het stadsbestuur in 1550 toe liet dat er gaten in de muur werden gehakt om wasvrouwen makkelijk de gelegenheid te geven de was te doen in de stadsgracht2). Juist in die tijd, het midden van de zestien de eeuw, werd het duidelijk dat de veran derde krijgsmethoden, en de opkomst van het vuurgeschut, de oude muren en hun torens waardeloos maakten. Men ging de torens voor andere doeleinden gebruiken. Het archief vermeldt dat de keel van de muurtoren op de Zandhoek in 1558 werd dichtgemetseld3). Vanaf dat moment kreeg hij de naam "Kruittoren". Nu is die naam op twee manieren uit te leggen. Het kan zijn dat men er buskruit bewaarde, maar eigenlijk is dat niet waarschijnlijk. De toren is heel erg vochtig, en dat zal in 1558 niet anders geweest zijn. Mogelijk stelde men daar alleen maar het kruit samen uit de ingredi ënten: houtskool, zwavel, salpeter en soms azijn. Iedere stad maakte in die tijd zijn eigen buskruit, de componenten werden kennelijk apart aangevoerd, waarschijnlijk vanwege veiligheid. Voordat de Kruit toren zijn naam kreeg was er in Zutphen sprake van een huisje tegen een toren op de Nieuwstad waar men kruit maakte. De stad leverde voor de bereiding van het kruit een 'queerne' (een molensteen)4). Mogelijk heeft men dus die werkzaamhe den verlegd naar de Kruittoren. De huidige toestand van de Kruittoren Rond 1930 hebben er restauratiewerk zaamheden aan de toren plaatsgevon den5). Men vernieuwde het dak en de dakrand. Op een wat hoger niveau bevond zich een vloer die de doorgang naar de trap voor de zolder in twee stuk ken deelde. Zie hiervoor de tekening uit ref. 5, die kennelijk voor de restauratie is gemaakt. 2 H.Janse en Th. Van Straalen. Stadswallen en stadspoorten. (2000). blz. 11 en 23 3 Ronald Stenvert e.a. (red.) Monumenten in Nederland, afl. Gelderland (1999). blz. 361 4 Leo Heitling en Willy H. Lensen. Stad in de Middeleeuwen. (1983), blz. 16 5 Ter Kuile. Monumenten van Geschiedenis en Kunst, Het Kwartier van Zutfen. (1958).

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2004 | | pagina 24