70
Een luid klok, toon D, diameter 1375 mm plus kroon, 1635 kgf 7.930.-
Klepel en ophangwiel- 435.-
Luidas, luidwiel, lagers en verder toebehoren- 1130.-
Verzekeringen- 25.-
Montage, reis- en verblijfskosten- 395.-
TOTAALf 9.915.-
Hier komen later nog kosten bij voor het
opschrift: 0,50 per letter ofwel, in totaal
64,-. (Op 18 maart 1949 blijkt dat de
definitieve kosten 9.979.- zullen be
dragen. Men heeft zich dus keurig aan de
begroting gehouden.)
Omdat het initiatief vanuit de bevolking
toch niet erg op gang is gekomen, stemt
de gemeenteraad op 28 oktoberl 948 in
met het voorstel van B&W. Het college
van Gedeputeerde Staten verleent bij
besluit van 17 november 1948 eveneens
goedkeuring.
Zo kan het Warnsveldse college op 13
december 1948 eindelijk reageren op het
verzoek van de kerkvoogdij uit 1946, met
de mededeling dat "een klok in de toren
is aangeschaft".
Het college vraagt ook aan de kerkvoog
dij: "op welke wijze u zich voorstelt uit
te drukken het belang dat u bij de klok
heeft". Het antwoord blijft uit, daarom
volgt op 24 januari 1949 een rappel.
Op een wat onooglijk briefje van 12
februari 1949 (presentatie was kennelijk
niet de sterkste kant van de kerk!) schrij
ven de kerkvoogden dat "de luidklok op
zon- en feestdagen de kerkdiensten door
klokgelui zou doen aankondigen, zoals
voorheen geweest is".
Heel nuchter vermelden de kerkvoogden
dat klokluiden op andere dagen een zaak
van de gemeente is. Men wil echter wel
graag weten wanneer de klok in gebruik
genomen zal worden in verband met een
dan te houden samenkomst in de kerk.
Ook doet men de suggestie de klok elek
trisch te laten luiden.
Het college reageert een paar dagen later
De nieuwe klok in de luidstoel