28 Mr. Lunende schilderaer over de gemaekte schilderije angesproken, is hem voorgehouden datvermits hij een diaken geweest isdit veel opspraeck in de gemeynte verweckt. So heeft hij belooft dat hij in 't toeco- mende daerin voorsichtiger zijn soude. Ende dat hij oock een schilderije onder handen (heeft) daerin oock eenige ontblotingen waren des lichaemsdie de eerbaerheyt so te schilderen niet toe en liet Heeft mede toegeseyt dat wat te veranderen. (Acta lila219, d.d. 15 september 1673) Mr. Lunen koos dus eieren voor zijn geld, maar het plezier van de afnemers van zijn schilderijen zal er niet minder om geweest zijn! MAAR - iemand een verbod opleggen is één ding, eraan gehoorzamen is een andere zaak! Gehoorzaamheid aan pre dikant en kerkenraad was niet voor ieder een vanzelfsprekend. Soms was er sprake van regelrechte weigering. Zo lezen we in de Acta van 7 augustus 1665: Harmen de wyldraiers vrou en Jan We- relts vrou hebben tot antwoort gegeven als dat sij niet en wilden voor den ker- kenraat verscijnen. En een paar regels verderop: De vrou van Sluisken heeft goede be loften van beterschap gedaandogh echter is nodigh geacht een wakent oge op haar te houden. En mocht het kerkelijk gezag werkelijk onvoldoende blijken, dan was daar altijd nog de magistraat die te hulp kon worden geroepen, zoals ook naar voren komt in de Acta van 9 mei 1659: Alsoo dagelijckx de klachten aengroe- yen over d' ontijdige bijslaepingh, hoererijechtscheyding, overspel en dergelijcke onkuisheyt, is goet gevon den wederom op een nieuw eenige staeltjes d' achtbare magistraet foor te dragen met ernstigh versoeck sij doch tegens die persoonen in 't bijsonder en alle soodanige ontuchtigheyt in 't gemeen na haere wijsheyt beschey- denheyt gelieve vigeureuse ordre te stellen. Het besluit van de kerkenraad om de hulp van het Zutphens stadsbestuur in te roepen, is te vinden in de Memorïën en Resolutiën van de magistraat. In voorko mende gevallen wordt in de transcriptie verwezen naar de plaats (en datum) in het Memoriën- en Resolutiënboek. Of de magistraat altijd even blij was met zo'n verzoek van de kerkenraad - helpen met het handhaven van orde en tucht - valt te betwijfelen. De broeders werden ook wel eens met een kluitje in het riet gestuurd, getuige de volgende passage: "Rapporteren dat haere Acht. alsoo se met de gemeine saken des Lands veel te doen haddenbij pro visie sorge zouden dragen dat alle ergernisse ende onstichtinge wierde weghgenomen." Ach ja, waar praten we over? Grote delen van de Acta zijn minder sappig dan wat u hierboven gelezen hebt! Ds. Boïten introduceert een lijst van persoonsnamen, te vinden in register 2, Acta III, als volgt: "Een beperkte doorsnede van de censuur- activiteiten van de protestantse bevolking, daar de frequentie van de censuuractivi- teiten er teveel het karakter van een chro- nique scandaleuse aan zou verlenen. Naschrift Jaap Riemens Ds. Harmen Boiten heeft in Zutphen gewoond nadat hij met emeritaat was gegaan. In de jaren.tachtig heb ik hem leren kennen in de studiezaal, toen nog op Spiegelstraat 15. Hij heeft zich zeer verdienstelijk gemaakt met het transcribe ren van moeilijk tot zeer moeilijk te lezen handschriften. Niet alleen kerkelijke geschriften (van kerkenraad en classis) maar ook die van de magistraat zelf (deze beginnen al in het jaar 1573). Een klein potloodje, wat papier dat her gebruikt werd (de witte stukjes van het

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2004 | | pagina 4