48
vaardiging van een jacquette en vest van
fl 4 tot 9,50, van een colbert en vest van
fl 3 tot 8, van een gekleede jas en vest
van fl 4 tot 10,50, van een pantalon van
fl 1,25 tot fl 3,25, van een rok van fl 7 tot
fl 13, van een demi-saison van fl 3 tot
7, van een winterjas van ffl 2 tot 11van
een pelsjas van fl 14-16, van een uister
zonder mantel van fl 3 - 7, met mantel
fl - 7, van een smoking-colbert van fl 8
tot fl 10,50, van een lustre-jacquet van
f 2,50 tot 4,50, van een lustre-colbert fl
2,50 - 4,50, van een vest van fl 1 tot 3.
Zoo dezelfde kleedingstukken als confec
tiewerk worden gemaakt, moet het loon
in den regel met fl 0,50 worden vermin
derd.
In den drukken tijd werken sommige
thuiswerkers van 14 tot 19 uur per et
maal.
Een atelier-werkman, die 15 ct per uur
verdiende, had aangeteekend dat hij in
een jaar had gewerkt 3589 uur, waarvan
400 in mei en october, 200 in januari en
februari en daarvoor had ontvangen fl
584.
In sommige zaken in Zutphen hebben
echter de werklieden regelmatig werk
doch dit is een uitzondering. De werk
man in het kleermakersbedrijf heeft een
tot drie maanden in het jaar geen werk.
Over het confectiegoed kan de commis
sie zoo goed als geen mededeeling doen
omdat het veelal van elders komt.
Voor het maken van een kleedingstuk van
fijn of grof goed werd niet verschillend
betaald
De werklieden wenschten daarin wel ver
andering te brengen. Voor het maken van
spoedeischend werk, zoals rouwgoed,
wordt soms meer dan het gewone loon
betaald.
Bij ziekte wordt geen ziekengeld uitbe
taald; de gezellen maken voor het mee-
rendeel gebruik van een der bestaande
ziekenfondsen.
In Zutphen zijn, zooals elders, de meeste
kleermakers thuiswerkers. De een prefe
reert thuiswerk, de andere het werken op
een atelier. De eersten geven als gronden
daarvoor aan, meer vrijheid in hun be
wegingen, niet gebonden aan de nood
zakelijk gestelde regelen voor een atelier,
meer gelegenheid om meer te kunnen
verdienen daar de huisgenooten kunnen
medewerken, gelegenheid om voor meer
dan een patroon te kunnen werken.
De anderen geven de voorkeur aan het
werken op een atelier, omdat men daar
vaste uren van beginnen en eindigen
heeft; zij weten hoeveel zij op het eind
van de week verdiend hebben, daar
meestentijds per uur (14 a 15 cent) be
taald wordt; men heeft geen onkosten
voor fournituren vuur en licht; het loon
wordt niet verminderd met het loon van
een jongmaatje, welken de meeste thuis
werkers in hun dienst hebben.
De commissie meent er op te moeten
wijzen, dat het maken van kleeding
stukken bij den werkman thuis, groote
bezwaren voor de gezondheid met zich
medebrengt; zoowel voor den werkman,
als voor hem die de kledingstukken zal
dragen en bovendien acht de commissie
het groote gevaar voor kinder-exploitatie
een niet te miskennen schaduwzijde van
het werken thuis.
Het is de commissie opgevallen, dat bij
de meeste patroons in Zutphen een groot
deel hunner werklieden 20, 25, 30 jaren
en langer, bij hen in dienst waren. Ook
voor de opleiding acht de commissie het
meest geschikt de goed georganiseerde
atelier-arbeid.
Huisarbied kan specialiteiten vormen
voor onderdeelen van het bedrijf; arbei
ders die het geheele vak machtig zijn
kweekt zij niet. Ook het knippen, het
coupeurswerk, kan daarbij nimmer wor
den aangeleerd.
Zeer in het belang van het bedrijf zou
daarom de terugkeer zijn tot den vroege-
ren toestand, waarbij ateliersarbeid regel,
huisarbeid uitzondering was.
Vervaardiging van maatwerk, niet aan
hooge eischen voldoende, verhoogt het
debiet van confectiewerk, en werkt juist
in de hand wat de groote kleermakers
patroons met alle kracht willen weren.
Wil de maatwerk-industrie bloeien, dan
zijn geschoolde arbeidskrachten een niet
uit te sluiten eisch. Bovendien geeft ate-
lierarbeid aan de patroons gelegenheid