Als kind hebben we een reuze gezellige
tijd gehad in de Spiegelstraat, hoewel
het erg klein wonen was daar. Aan de
achterkant van dat huis was alleen een
raam dat uitkwam op het plaatsje, waar
Butje Konings woonde met haar moeder
in de Barlheze. Als we dat raampje open
zetten, dan kwam de moeder van Butje
Konings en die smeet het weer dicht.
Mijn vader ging een keer naar haar toe
en vroeg waarom ze dat raampje telkens
dicht deed, want dat raampje moest af
en toe open, anders werd het bij ons in
huis zo benauwd met al die kinderen.
Maar zij zei dat ze het raampje juist dicht
gooide omdat het zo stonk met al die
kinderen. De mensen moeten vast wel
reumatische klachten hebben opgelopen
door het vele vocht in huis. De muur was
van de vloer af tot wel een meter hoog
uitgeslagen van het vocht. In de Spiegel
straat hadden we van onderen zwartge-
teerde muren. Daar kon het vocht niet zo
doorkomen, want het behang viel van de
muur door het water.
We hadden een potkachel staan, waar
je je voeten op kon warmen, 's Winters
mochten we als het donker was niet meer
naar buiten. Dan zat het hele koor om
die kachel met een klein nachtpitje aan.
De grote petroleumlamp kon niet vaak
branden, omdat dan de petroleum te snel
op was. Wij zongen veel en zo doodden
we de avond, tot het brood eten. Soms
haalde mijn moeder op de markt kabel
jauwkoppen. Mijn oma Van der Poort,
uit de Barlheze, was visschoonmaker op
de vismarkt. Ze sneed de koppen van de
kabeljauw flink af en dan haalde mijn
moeder de koppen. Die werden gekookt,
het visvlees werd ervan af gepeuterd en
dat aten we dan bij het brood.
Op de Barlheze woonde ook Van Brug
gen, de slager. Als we wat lekkers wilden
hebben, dan gingen we daar voor drie
centen afval halen. Dat waren overge
bleven stukjes ham, rookvlees en stukjes
worstDat was een waar feest voor ons.
Of het nou erg goedkope ham was, ik
weet het niet, maar het smaakte o zo lek
ker. De zwoerd was helemaal bruin. Dat
mochten we niet opeten van mijn vader,
want dat was te zwaar voor ons. Mijn
vader maakte de boterhammen voor ons
klaar. Daar kregen we dan ook boter op,
echte roomboter. Eigenlijk was die boter
voor ons te duur, en daarom mochten
wij dat brood niet zelf smeren, want dan
zouden we er teveel opdoen.
K
SA
KX'
■HJ
M
a
Q
S,
Aubade ter gelegenheid van de geboorte van prinses juliana, 7 909
«J*! (I --•'s'A-;
,'r
■"1
K>
i
T
1
m
m
a