Afb. 2: De toegangspoort tot het Nieuwe
Weeshuis. De afbeelding laat op de achter
grond de stad zien. Op het bijbehorende
archiefstuk staat dat dit de ingang is van het
Arme of Vreemde Weeshuisgesticht in het be
gin van de zeventiende eeuw na de verovering
van de stad door prins Maurits door zekere
Jufvrouw Elizee Moseniers; gegeven voor
kinderen wier ouders geen burgers dezer Stad
waren geweest'... Het is dus de ingang van het
in 1625 leeggekomen Nieuwe Gasthuis aan de
Spiegelstraat.
buurten verschillende woningen, waarin
zij arme lieden gratis liet wonen.5" Op de
armenhuisjes en het Oude Vrouwenhuis
van de diaconie ga ik in dit artikel niet
verder in.
In 1862 sluit het college van burgemeester
en wethouders een contract met het col
lege van diakenen over de verpleging en
verzorging van passanten. Het weeshuis
doet dan geen dienst meer, maar is nog
wel van de diaconie. In het huis worden ze
opgevangen zo dikwijls dit op last van de
commissaris van politie wordt gevraagd.
Het gemeentebestuur regelt ook dat de
diakenen de transportkosten van arme
zieken naar elders betalen naast de ver
voerskosten naar hier van Zutphenaren
die elders ziek geworden zijn.
De diakenen krijgen hiervoor jaarlijks
tweehonderd gulden. Als de boekhouder
kan aantonen dat hij meer heeft moeten
betalen dan dat bedrag, wordt alles ver
goed.
De passanten krijgen van de diaconie
thee met een boterham en nachtverblijf
in het pand Spiegelstraat 13.
Al in 1780 wordt, in een ordonnantie op
de bedelarijen binnen stad en schepen
dom Zutphen, toegestaan aan arme pas
santen zich te wenden tot de boekhouder
van de hervormde diaconie voor "een
aalmoes of reispenning". Deze mensen
krijgen, na controle van de papieren,
zoveel geld als nodig is om tot de eerst
volgende plaats en zij moeten zich zo
spoedig mogelijk uit de stad verwijderen6.
In 1845 speelde deze kwestie ook. De di
akenen leggen dan hun ambt neer omdat
er te weinig giften komen en omdat ze
tevergeefs aankloppen bij de gemeente
om subsidie. Deze draconische maatregel
heeft niet het gewenste effect gehad - er
zijn nieuwe diakenen benoemd en het
werk is op de oude voet voortgezet. Het
bestuur van de diaconie is dan wezenlijk
iets anders dan de leden van de diaconie.
Achterliggende gedachte is wel dat men
van mening is dat er een burgerlijk arm
bestuur dient te komen. De gemeente kan
deze taak niet uitbesteden aan een kerke
lijke organisatie.
Rond die jaren zien we, zowel in Zut
phen als in het land, de grote bloei van
verenigingen die zich inzetten voor
verbetering van het leefklimaat van de
arbeidende klasse. Hooykaas schrijft in
een artikel7:
"Was er nu een daklooze arme
waarmede de politie geen raad wist,
dan lag het voor de hand dezen te
promoveeren tot passant en onder
5 J. Gimberg, Het armwezen te Zutphen. Overdruk uit het Gemeenteverslag 191436.
6 Stads- en Streekarchief Zutphen, W.E. Smelt, Het Oud-archief van de gemeente Zutphen
Utrecht, 1941, inv.nr. 543.
7 Dr. J. Hooykaas in Tijdschrift voor Armenzorg, 1stt> jr, 21-24.
P*ï 3.J 9 ff W%1 V< ï?H*l l lo t 9 >iw
KI 11 ->»!• ViJ 'I'