1 Jaap C. Riemens In de Zutphensche Courant van 4 oktober 1933 staat een ingezonden stuk van mevr. C. Engelen, secretaresse van de museumcommissie. Het gaat over 'Zutphen sche Stichtingen', en is geschreven naar aanleiding van een dat jaar gehouden ten toonstelling over gestichten en stichtingen in Zutphen. Het museum van Zutphen, tevens Oudheidkamer van de Graafschap, heeft in 1933 elf tentoonstellingen gehouden; de besprokene is de achtste van dat jaar. De meeste exposities duren slechts twee weken, maar in de zomermaanden wordt deze periode verdubbeld. De tentoonstelling over de Zutphense stichtingen en gestichten is gehouden van 18 augustus tot en met 17 september 1933. Het is een 'echte' tentoonstelling. Voorwerpen, archiefstukken, afbeeldingen. De overige ex posities van dat jaar zijn fototentoonstellingen geweest. Mevr. Engelen vraagt zich - meer dan twee weken na sluiting van deze tentoonstel ling - af wat nu het resultaat van deze tentoonstelling is geweest. Een evaluatie dus. Die vraag, en een slotopmerking in dit ingezonden stuk, hebben de auteur op reis gestuurd langs gestichten, archieven en een lang verdwenen beeldje van Sint Joris. Tot de oudste stichtingen in Zutphen behoren ongetwijfeld het Bornhof, het Oude en Nieuwe Gasthuis, de drie An thony Broederschappen en de Sint Anna- broederschap. De tentoonstelling heeft bestaan uit voorwerpen en oorkonden, afkomstig uit Zutphense gestichten, aangevuld met al lerlei merkwaardige dingen uit het archief van de gemeente en uit dat van de Sint Walburgiskerk. Van de tentoongestelde voorwerpen wordt gezegd dat er veel is wat men dan (1933) nog in het museum kan bekijken. Met andere woorden: waarom wordt nu iets als heel bijzonder tentoongesteld ter wijl je het altijd kunt bekijken! We zijn nu ruim zeventig jaar verder, en lang niet alles van toen kan nu nog ge zien worden. De brand van het Wijnhuis in 1945 heeft een groot deel van de daar aanwezige gevormde collectie volledig verwoest. Naast de oudheidkundige voorwerpen zijn er "keurige gehandwerkte stoplap pen" te zien, gemaakt door de wezen van het Burgerweeshuis. Verder zijn er enkele poppen gemaakt, gekleed als wezen van het Gebroeders Bakker's Weeshuis, zodat de bezoeker van de tentoonstel ling "eenig idee" kan krijgen van de weeskinderen die in het midden van de negentiende eeuw hebben geleefd. Ver der zijn er veel archiefstukken, platen en afbeeldingen. Eén kaart is heel bijzonder: één van de leden van de museumcommissie heeft een plattegrond van Zutphen gemaakt waarop met rood is aangegeven waar alle gestichten in de stad gelegen waren. Mevr. Engelen veronderstelt - zonder echte redenen - dat de tentoonstelling niet interessant is geweest voor de ge wone burger. De inboedels zijn, hoe oud ze ook mogen zijn, tegenwoordig niet in hooge mate interessant. Gaat er niet een sagedat er in de 7 9e eeuw porcelein bij karrevrachten is verkocht Uit het krantenstukje blijkt ook dat het niet zo nodig gevonden wordt deze voorwerpen tentoon te stellen om die voorwerpen zélf. Waar het om gaat is het publiek duidelijk maken dat hier een bepaald deel van de culturele geschiede- Zutphense stichtingen op de kaart gezet evaluatie van een tentoonstelling

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2004 | | pagina 3