11 Dit "ziekenhuis" behoort toe aan de broeders van de Heilige Geest, een broederschap die is gesticht door paus Innocentius III ten dienste van de lijdende mensheid. Het precieze jaartal is niet duidelijk, in ieder geval tussen 1198 en 1204. Het Gasthuis in de Heilige Geest heeft zijn benaming te danken aan een akte uit 128416. Het heeft gestaan in de huidige Spittaalstraat, even voorbij het in 2003 gerenoveerde huis dat "De Roode Haan" genoemd is. Vanwege de situering buiten de muren wordt het Spittaal ook wel "ex tra muros" genoemd. Verbeek schrijft dat er tot ca. 1300 al lengs veranderingen optreden. Het aantal keren dat er sprake is van broeders, wordt minder. Het Spittaal verandert geleidelijk aan van een hospitaal van de broeder schap in de Heilige Geest in een begij nenhuis, waarin een aantal vrouwen, onder bepaalde voorwaarden, een leven in dienst van God leiden17. Behalve dat de taken in de loop der jaren zijn over gegaan van de broeders op de zusters, is ook van invloed geweest de verandering van de orde der dominicanen naar die van de franciscanen. De begijnen verkopen in 1373 hun huis in de Spittaalstraat aan de stad. Korte tijd later verhuizen ze naar een pand op de Zaadmarkt, gelegen tussen de toegangs poort van het Bornhof en de Pelikaan straat. Ze wonen daarmee dus dichtbij het Nieuwe Gasthuis aan de Markt. Het pand dat zij betrekken is eigendom van Lubbert uppen Kelre en zijn dochter. In 1384 wordt het hun eigendom. De dochter van Lubbert, begijn Katherine, blijft in het huis wonen. De nieuwe eige naren worden genoemd den gemeynen jonfrouwen des olden Hospitaels t' Zut- phen. Het oude Spittaal. Die benaming duidt erop dat er in de volksmond ook over het nieuwe Spittaal gesproken zou zijn. Daar is echter geen bewijs voor. Daarom is het aannemelijk dat hiermee bedoeld is het pand aan de Spittaalstraat, dat wel zijn zusters, maar niet zijn functie verloor bij het vertrek van de zusters naar de markt. Er is wel regelmatig sprake van een oude en nieuwe gasthuis, en een enkele keer alleen van het oude Spittaal. Het oude gasthuis is aan de Spittaaistraat en het nieuwe aan de Markt gelegen. De begrip pen hebben later veelvuldig voor verwar ring gezorgd. De stad heeft een nieuw gasthuis gesticht - binnen de stadsmuren. De reden hier voor is een voor de hand liggende: men wil niet afhankelijk zijn voor de verzor ging van zieken en gewonden van een gasthuis dat buiten de stad gelegen is en dat in beheer is bij een broederorde. Dit "stadsgasthuis" wordt gebouwd aan de Markt. Het moet gesticht zijn vóór 1347. Het wordt aanvankelijk het nieuwe gasthuis genoemd. Het Spittaal (in de Spittaalstraat) wordt in enkele aktes ook het Oude Casthuis genoemd. In 1384 tien jaar later wordt een regle ment opgesteld voor de twaalf begijnen in het Spittaal. Zij wonen dan al aan de markt en worden genoemd jonferen van den Hospitael. Uit dit reglement blijkt dat het Spittaal zijn functie als gasthuis min of meer kwijt is geraakt. Het - op zich erg interessante - reglement heeft allerlei bepalingen voor het samenwonen van twaalf ongehuwde vrouwen, inclusief hun bezittingen, haardracht en kleding. Het Spittaal is met de komst van dit regle ment rechtstreeks onder het toezicht van het stadsbestuur geplaatst18. Het enige dat resteert is ziekenzorgmaar dan buiten het huis, namelijk in het Oude Gasthuis of Gasthuis in de Heilige Geest. '6 J. van der Kluit, Ziek zijn in Zutphen, 15-23. 17 Verbeek, a.w., 8. 18 Het archief van het Spittaal maakt dan ook deel uit van het Stadsarchief. Zie de inventaris van het archief van de stad Zutphen van mevr. Smelt (1940).

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2004 | | pagina 13