77
Achter haar zijn een aantal chirurgische
instrumenten afgebeeld (afb.2).6
De Grieken
Bij de oude Grieken was de geneeskunde
in handen van de priesters van de god
Aesclapius. In de zesde eeuw voor Chris
tus werd de eerste aan Aesclapius ge
wijde tempel gebouwd. In totaal zijn de
resten van 63 van deze tempels gevon
den. De bekendste en best bewaarde is
die bij Epidaurus uit 360 v.C. Het sym
bool van Aesclapius, twee slangen, ge
wonden om een staf, kennen we nog als
het veelvuldig gebruikte artsenembleem.
In deze tempels werden de patiënten in
een diepe slaap gebracht. In hun dromen
werden zij dan door de genezing bren
gende Aesclapius bezocht. Howard
schrijft, dat twee groepen patiënten in de
aan Aesclapius gewijde tempels (Aescula-
peia geheten) niet werden toegelaten:
stervenden en barenden. De eerste groep
liet men aan hun lot over, de barenden
werden aan de hulp van de vroedvrou
wen overgelaten.7
Onder invloed van Griekse wijsgeren zo
als bij voorbeeld Pythagoras werd de
band tussen geneeskunde en religie los
ser. Eigen waarneming en onderzoek kre
gen de overhand. Het was in die periode
dat Hippocrates (460-377 v.C.), de vader
der geneeskunde, optrad. De geschriften
van Hippocrates zijn samen met andere
schrijvers uit die periode samengebracht
in het zogenaamde Corpus Hippocrati-
cum. Het geschrift bevond zich in de bi
bliotheek, die in de vierde eeuw voor
Christus door Ptolomaeus, een veldheer
van Alexander de Grote, was gesticht in
Alexandrië, waar talloze geschriften over
de Griekse wetenschap en kunst werden
samengebracht. De bibliotheek ging in
vlammen op in 642 toen de Arabieren on
der aanvoering van kalief Omar Alexandrië
veroverden.
In de bewaard gebleven kopieën van het
Corpus Hippocraticum zijn ook gegevens
te vinden over vrouwenziekten en verlos
kunde, een mengsel van accurate waarne
mingen en inaccurate veronderstellingen,
aldus Lyons. Hoofdligging van de baby bij
de bevalling wordt als normaal beschreven.
Stuitligging werd gecorrigeerd. Men dacht
echter, dat het kind zelf de bevalling in
gang zette. Bij de bevalling knielt de vrouw
of zij neemt plaats op een stoel. "Zaad'van
de linker eierstok levert een meisje op, van
de rechter een jongen.8 Ook hier wordt de
verloskundige stoel dus weer vermeld. Er
bestonden ook leerboeken/instructies voor
vroedvrouwen.
De Romeinen
n de periode, dat de Grieken bezig wa
ren een systematische uitoefening van de
geneeskunde op te bouwen, was daar bij
de Romeinen nog geen sprake van. Merk
waardig overigens, want op het gebied
van de openbare gezondheidszorg waren
ze hun tijd ver vooruit: aquaducten,
openbare toiletten, riolering enz. De pa
triciërs hadden vaak een slaaf, die als arts
optrad en de familie moest adviseren. Art
sen waren dan ook niet erg in aanzien!
Dat belette Griekse artsen niet zich vanaf
omstreeks 40 v.C. in Rome te vestigen.
Geleidelijk aan lukte het hen om daar
hun positie te veroveren. Een van de be
roemdste was Soranus van Ephese 98
128), die een leerboek heeft geschreven
voor vroedvrouwen, dat tot in de 16de
eeuw is gebruikt. Hij voerde ook weer de
"kering op de voet" in om bij dwarsligging
van het kind de bevalling mogelijk te ma
ken.9
De Middeleeuwen
In de Middeleeuwen volgde een verval
van de in de oudheid door de Grieken
verworven medische kennis. Het Ro
meinse Rijk was ten onder gegaan. Met
de opkomst van het Christendom maak
ten "waarneming, onderzoek en conclu
sies" plaats voor "openbaring". Ziekte
werd toen gezien als een gevolg van be
zetenheid door de duivel of een straf van
God. De kennis van Hippocrates en Sora
nus bestond nog wel, maar alleen in de
beslotenheid van de kloosterbibliotheken.
De Dominicaan Albertus Magnus heeft
een handleiding geschreven voor vroed-
6 Lyons c.s.pag 100, afb.157.
7 Haggard, pag.25.
Lyons c.s., pag.213
Haggard, pag.29-30.
a
9