96 nen, zeker nadat bekend was geworden wat voor ongeregeldheden de Fransen in Doesburg veroorzaakt hadden. Op de morgen van 24 november ver spreidde zich het gerucht dat de kozak ken vanuit de richting Warnsveld opruk ten en dat een grote groep Pruisen en Ko zakken in de Marsch was gesignaleerd. De torens werden beklommen en de be volking raakte nog meer van de waarheid van die geruchten overtuigt toen de ge weerkogels vanuit de Marsch in de rich ting van de wallen floten. Twee mensen van de douanenwacht bij de brug werden door de Pruisische jagers doodgeschoten en in de rivier gegooid. Daarop werd een uitval gedaan, die de Pruisen nog meer ver bitterde omdat een zeer populaire kapitein daarbij sneuvelde. Door een Fransman werd een stuk uit diens been gesneden en in triomf op de punt van zijn sabel richting stad gedragen. Ook een vijftienjarige inge zetene kwam om. Het was een door de diakonie bedeelde jongen, die van uit een dakraam in de Barlheze in de richting van de Marsch keek en daarbij door een kogel dodelijk in de borst werd getroffen. Bij de Larepoort had men enkele dagen eerder de brug al afgebroken. De Pruisen die vanaf Doesburg via de rechter IJssel- oever waren opgerukt hadden die echter spoedig hersteld en wilden vervolgens met bijlen de poort openhakken. Zij wer den door op de wallen staande pupillen met geweervuur ontvangen. Wegens ge brek aan geschut moesten ze de aanval, ten koste van veel gewonden, opgeven. Afb. 2: Gekostumeerde heren tijdens de onafhankelijkheidsfeesten in 1913. Karei de Stoute met gevolg. Hun wraakzucht werd er allen maar door versterkt. Aan de rivierzijde veranderde de toe stand. Kort na de genoemde uitbraakpo- ging verscheen aan de overzijde op de Kanonsdijk een afdeling van het leger van Bülow. Deze was vanuit Doesburg opge rukt en wilde proberen de stad van die zijde in te nemen. Tegen twaalf uur opende een halve batterij veldartillerie het vuur op de stad. De kogels werden in de richting van de Wijnhuistoren gescho ten, van waaruit kort daarvoor nog veel nieuwsgierigen van daaruit de krijgsver richtingen volgden. Nu was de toren spoedig geheel verlaten evenals de Markt, waar zich een grote menigte had verza meld voor hotel de Kroon, om aan de weet te komen hoe kapitein Latour over de overgave van de stad dacht. Het geschut richtte weinig schade aan. Het leek er op dat het alleen gebruikt werd om de inwoners bang te maken. Op slechts een paar huizen vielen enkele granaten en richtten daar enige schade aan. In een paar andere huizen bleven de kogels in de muren steken. (Enige daar van blijken in 1863 nog aanwezig). Tegen twee uur kwamen twee Pruisische officieren als parlementairs aan de brug, waarvan het beweegbaar deel door de brugwachter Lichtenberg werd neergela ten. Daarop werden zij geblinddoekt naar hotel de Kroon gebracht. In een oogwenk was de markt weer vol toeschouwers, die nieuwsgierig waren om de afloop te ver nemen. De officieren vertrokken weer ge blinddoekt, waaruit opgemaakt kon wor den dat de overgave was geweigerd. De maire en enkele anderen probeerden La- tour nu te overtuigen dat overgave beter was, maar deze weigerde. Toen tegen drie uur het geschut weer begon vlucht ten de aanwezige burgers weer naar hun huizen. Ook in de Marsch werd een bat terij artillerie opgesteld. Deze was opge rukt uit de richting Bathmen en opende vanaf de noordkant het vuur. Van toen af aan werden er van alle kan ten bedreigingen geuit. Kapitein Latour besloot, bevreesd voor de opgewonden bevolking tegenover zijn geringe leger-

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2003 | | pagina 24