Afb. 7: Tableau Vivant, ter gelegenheid van de
onafhankelijkheidsfeesten honderd jaar na de
bevrijding van de Fransen. De "Nachtwacht"
in een Zutphens decor.
luitenant Guillegot dat de kozakken in
Bathmen waren geweest. Hij vertrok
daarop Ns morgens vroeg met zijn ruiters
via de Nieuwstadspoort, maar liep achter
het Joppe in een hinderlaag van de Russi
sche troepen. De luitenant werd gevan
gen genomen, slechts één wachtmeester
kwam zonder paard vs avonds weer terug
in Zutphen. Hij vertelde wat er gebeurd
was. Toen de vijandelijke troepen steeds
meer de stad naderden eiste de prefect
een bericht per extra post zodra de vijand
zich vertoonde. Dat bericht kreeg hij die
zelfde middag. Een groep kozakken on
der bevel van een Hollandse majoor van
Brakel, sloeg n.l. zijn kwartier op in
Warnsveld. Deze majoor was toen hij in
het Franse leger diende gevangen geno
men door de Russen en in hun dienst
overgegaan. Deze van Brakel eiste die
zelfde dag de stad nog op. De burge
meester vroeg aan de Franse comman
dant Latour wat te doen. Het antwoord
luidde dat hij niet kon capituleren en te
rugtrekken uit de plaats die hem was toe
vertrouwd, ook niet nu er een grote over
macht in de buurt was. Hij vroeg om 24
uur bedenktijd.
De kozakken, die op versterking wacht
ten van hun eigen volk en op de Pruisen
onder de generaal Bülow, zwierven wel
95
rond de stad maar deden geen aanval.
Uiterlijk leek het daarom rustig. De pupil
len hielden de wacht op de wallen voor
namelijk bij de Larepoort, de burgers be
trokken de hoofdwacht in het Wijnhuis.
Op bevel van de in Deventer zittende be
velvoerend generaal had men al enkele
dagen van te voren de schepen en schui
ten naar de overkant van de rivier ge
bracht om een aanval op de Veluwe te
bemoeilijken. Maar de eis van kapitein
Latour om de schipbrug te vernietigen
werd door de maire van de hand gewe
zen omdat dit in het nadeel van de bur
gers was. De enige vluchtweg die over
bleef als er een aanval zou komen zou op
die manier afgesneden worden.
Op de 22e november ontving de maire
een brief van de Prefect waarin stond dat
hij moest zorgen voor een programma
voor 2 december, de verjaardag van Na
poleons kroning: het gouvernement leek
dus nog optimistisch te zijn over een
goede afloop.
De maire begreep echter wel dat de be
staande toestand niet lang kon duren, te
meer niet omdat hij wist dat de Pruissen
al voor Doesburg lagen.
Hij vroeg daarop aan Latour toestemming
voor een geleide om koolzaad naar de
molen op de Marsch te brengen en voor
het terugbrengen van de olie naar de
stad. Dit geleide was nodig omdat er ko
zakken in de buurt rondzwierven. Als re
den voor de tocht werd opgegeven dat er
anders niet genoeg olie zou zijn voor de
illuminatie op 2 december.
De werknemers van de tabaks-entrepots
waren al vertrokken; ze hadden alle aan
wezige tabak meegenomen. De winke
liers beklaagden zich daarover en op 23
november nam de raad het besluit dat de
winkeliers zelf maar contact op moesten
nemen met de planters. Dit was tevens de
laatste raadsbijeenkomst onder de Franse
bezetting, want kort daarop kondigde La
tour de staat van beleg af. Dit gebeurde
nadat de Fransen bericht hadden ontvan
gen dat Doesburg was gevallen en dat
Bülow bevel had gegeven om richting
Zutphen te trekken. Hoewel de nacht nog
rustig voorbij ging, was iedereen gespan-