92 had in het Zutphense stadhuis een eigen vergaderruimte om te overleggen, alvo rens de afgevaardigden van de Landschap zoals de vergadering van de gezamelijke vier kwartieren werd genoemd, zich in de Ridderzaal opmaakten te debatteren.11 'De hoofdkerk, die kruisgewijs gemaakt is, betoogt Guicciardini, is een 'heerlijke en zeer oude kerk, hoewel wat duister- achtig'. De schrijver heeft het gebouw in zijn van oorsprong dertiende eeuwse staat nog gezien. De grote gotische ra men, die wij nu kunnen aanschouwen, zijn er later in geplaatst. De kerk heeft blijkbaar een ouderwetse indruk op onze Florentijnse bezoeker ge maakt. Zijn ooggetuigenverslag is echter het enige en oudste dat ons resteert van vóór de reformatie en dat de middel eeuwse atmosfeer weergeeft. Een in don ker gehulde godstempel zou de aandacht van de kerkganger gericht houden op het spirituele, zoals men dat 'van oude tijden af gewend was'.12 Tijdens de dertiende- eeuwse bouwactiviteiten van de Sint Walburg heeft men zich niet bekeerd tot de toonaangevende Franse gotiek. De go tische kathedralen te Reims, Laon, Chart- res en Saint-Denis bij Parijs eisen al ons gevoel en aandacht op met hun grote ste nen gewelven en muren, die geheel uit glas lijken te zijn opgetrokken. Het licht stroomt daar vrijelijk naar binnen.13 De lichtinval moest zich vanaf het koor tot aan het portaal zonder obstakel in de bin nenruimte van de kerk zich kunnen ver spreiden. 'Opdat de schoonheid en de en de grootsheid van de kerk door geen en kele hindernis zou worden verduisterd', schreef de bouwheer abt Suger van de Saint-Denis.14 De obstakels de gangen, trappen, en de vele altaren, die het interieur van de kerk onoverzichtelijk maakten, zag de reiziger Guicciardini nog in vol bedrijf. Na de re formatie zijn een flink aantal van die ob stakels weggebroken en is de ruimte her ingericht. Het licht kreeg en krijgt nu de kans om binnen te stromen. De huidige situatie zou onze Florentijnse bezoeker zeker be haagd hebben. Nijmegen juli 2003 Beschrijving, p. 391. W.Frijhoff, 'Een zeer nobele tempel...' in: Historische Vereniging Zutphen, 1999 nr.2 p.25. N.Pevsner, Europese architectuur Middeleeuwen en Renaissance, Rotterdam 19844, pp. 113-114. G.Duby, De kathedralenbouwers, portret van de middeleeuwse maatschappij 980-1420, Amsterdam/Brussel 1985, pp. 111 114. Abt Suger (ca.1081 -1151) was raadsheer van de Franse koningen Lodewijk VI en Lodewijk VII. Hij werd in 1122 benoemd tot abt van het klooster Saint-Denis, dat onder zijn leiding een grondige verbouwing onderging in de jaren 1135 tot 1144.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2003 | | pagina 20