56 we deze bouwwijze veel in steden als 's-Hertogenbosch en Deventer, vooral in de dertiende en vroege veertiende eeuw. Huizen met een dergelijke fundering had den geen kelders. Toen in later tijd kel ders algemeen werden, paste men geen spaarbogen meer toe. De plattegrond van de veertiende-eeuwse bewoning aan de Lokenstraat had helemaal niets te maken met de dertiende-eeuwse houtbouw. Overigens weten we nu dat dit grote bakstenen huis in de Lokenstraat-Gast huisstraat omstreeks 1350 werd bewoond door de schepen Arnold Banninck, waarvan de fraaie zegelstempel hier is gevonden. n de Dieserstraat stonden van deTeng- nagelshoek tot aan de Isendoornstraat rond 1500 vijf huizen, waarvan er twee houtskelethuizen waren (vakwerkhuizen), f 'T "9 Afb.3. Druipstrook tussen Nieuwstad 40 en Nieuwstad 42. namelijk Dieserstraat 74-80 en Dieser straat 102-104. De keur uit 1360 staat het bouwen van huizen met een houten of lemen wand nog nadrukkelijk toe, mits voorzien van een stenen voet. Kenmerkend voor de middeleeuwse bebouwing was de rich ting van de daken. De huizen lagen met de nokken in het verlengde van elkaar, parallel aan de Dieserstraat. Slechts de hoekhuizen aan Tengnagelshoek en Isendoornstraat had den topgevels aan de straat. De huizen werden gescheiden door bakstenen tus- sengevels waarin ook de schoorstenen van de haard waren opgenomen. De tussengevels fungeerden ook als brand muren om zo het overslaan van brand van het ene naar het andere huis tegen te gaan. Deze manier van bouwen kwam in Zutphen zeer veel voor, dit in tegenstel- ing tot steden als Deventer, Zwolle of Kampen, waar vrijwel alle middeleeuwse huizen kappen hadden met de nok haaks op de straat. De dakbedekking heeft bij alle huizen, voor zover in de opgraving kon worden nagegaan, bestaan uit on der- en bovenpannen, ook wel 'paters en nonnen' genoemd. Na 1600 werden deze zware middeleeuwse dakpannen vervan gen door de lichtere golfpannen. Niet alleen vormden de stadsbranden de motor achter de verstening van de stad, zoals dat ook elders in Nederland het geval was, zij vormden ook de aan leiding om keuren op te stellen waarin de wijze van bouwen werd geregeld. De oude houten huizen hadden elk hun eigen zijwanden, gescheiden door een druipstrook (Afb. 3). Voor stenen huizen zijn gemeenschappelijke muren natuur- ijk veel efficiënter, zij sparen ruimte en materiaal. Dit betekende in de praktijk echter wel dat de buurman zijn mede werking moest verlenen aan de nieuw- bouwplannen. Dit kan alleen als er voor schriften zijn die de buurman dwingen mee te werken, ook al is hij zelf nog niet toe aan het bouwen van een stenen huis. t

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2003 | | pagina 8