28 Zijn talent en zijn idealen dreven hem daarna in de armen van het anarchisme en van de socialist Domela Nieuwenhuis, die hem tot het schrijven ruimte bood in het blad van de socialisten "Recht voor allen". Een vlammender schotschrift te gen het koningschap van Willem III dan zijn daarin verschenen "Uit het leven van koning Gorilla" is haast niet denkbaar. Henri's vader was ambtenaar. Hij kwam uit een rechtzinnig milieu, maar raakte later onder invloed van de theoloog J.H.Gunning jr., een der grondleggers van de "ethische theologie Deze Gunning zou later in Leiden een der hoogleraren van Henri worden tijdens zijn predikan tenstudie. Nadat Henri, toen hij 8 jaar was, zijn vader die juist de 36-jarige leeftijd had bereikt moest verliezen, huwde zijn moe der drie jaar later - in 1879 - met de pre dikant L.M.de Boer, een weduwnaar die zijn beide stiefkinderen Henry en Gustaaf als "volle" zonen opnam. Hij was een volbloed liberaal, een sociaal bewogen mens die onvermoeid ijverde voor het Staatspensioen. Hij richtte o.a. de poli tieke partij "Door Arbeid tot Verbetering op, die verbetering der sociale toestanden beoogde. Theologie Zelfs nadat Henri zijn theologische studie in 1887 was begonnen bleef - gezien zijn reeds gebleken literaire gaven - de twijfel of zijn maatschappelijke plaats de kansel moest worden dan we! het toneel. Leiden was in die periode het centrum van de 'moderne theologie' die een vrijzinnige stroming voorstond in the ologie en kerk. Onder invloed van de voortschrijdende wetenschap werden veel oude dogma's verlaten en werd er gestreefd naar een herbezinning op de inhoud van de waarden in kerk en religie en de herwaardering van de plaats daar van in het culturele, maatschappelijke en wetenschappelijke leven van die tijd. Speciaal nadat de toenmalige Anti-Revo lutionaire Minister Mackay de benoeming van J.H.Gunning jr. in Leiden had door gedrukt - zeer tot ongenoegen overigens van het nogal behoudende bestuur van de faculteit - kwam er in de colleges over theologie een breuk met de tot dan alom gehuldigde theologische opvattingen. Uit gangspunt werd nu dat ook de theologie zich diende open te stellen voor de opvat tingen die leefden in andere takken van wetenschap en filosofie. Theologie kon volgens Gunning namelijk alleen slechts dan wetenschap zijn als dié ruimte werd geboden. Overigens bestreed hij wel de mening dat de religie door de wetenschap zou kunnen worden verklaard. Hij wenste dus binnen het theologische kader dui delijk ruimte te houden voor het gelóven naast, en onafhankelijk van het wéten. Daarmee keerde Gunning zich dus dui delijk tegen de 'Modernisten' die stelden dat de theologie volledig vrij diende te zijn en dus - zoals elke wetenschap - van het niet objectief verifieerbare geloven ontkoppeld diende te worden. De bevlogenheid waarmee Gunning een deel van zijn vrijzinnige studenten - zon der dat uitdrukkelijk te beogen - wist te beïnvloeden leidde velen van hen regel recht in de richting van het Christen-anar- chisme en het groeiend Socialisme. Voor hen was dat de vertaling van de weg tot een nieuw gevoel en nieuwe openheid die tenslotte zou kunnen uitmonden in de verlossing die wij in deze wereld behoe ven, verlossing van zonde en schuld. Gunnings medegevoel met de nood der armen deed hem zijn studenten daarbij wijzen op het volstrekte karakter van de meest heilige eisen van het Christendom, maar zijn weg was een andere dan die van veel jongeren, waaronder toen ook Van den Bergh van Eysinga, die zich ver bonden voelden met de paden die schrij vers als Ibsen en Tolstoy hen wezen. Uitspreken Na zijn proponentsexamen werd de 24- jarige Eysinga beroepen te Stiens in de Friese Greidhoek, waar grote onkerkelijk heid heerste doordat de kerk van haar kant steeds een te geringe belangstelling voor het sociale probleem zou hebben gehad. Na zijn huwelijk op 27 juli 1892, werd hij daar op 14 augustus in zijn herderlijk

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2003 | | pagina 4