Jan Nieland Wetgeving en rechtshandhaving zijn een feitelijk uitvloeisel van de wens tot hand having van een gewenste orde. Wijziging van de visie op de samenleving heeft derhalve in dit kader een direct gevolg op de sancties die toegepast worden op de overtreders van vastgestelde regels die binnen elke sociale groep te vinden zijn. Ook Zutphen had die regels en ook daar moesten die worden gehandhaafdwaartoe al vroeg speciale ambtenaren werden aangesteld.1 In de stadsrekening van 1371/72 treden die dienaren van het gezag hier ter stede voor het eerst uit de anonimiteit: We lezen hoe o.a. Wilhelmus 5 el gekleurde en gestreepte stof kreeg maar Aelbert, Arent, Rutger en de armborstiere elk vijf el gewone voor hun dienstkleding, terwijl aan Aelbert een stel nieuwe laarzen werd toegewezen en een winterjas. Uytgeven van gesinde kleder Wilhelmus 5 ellen menges ende stry- pedes, Aelbert 5 ellen, Arent 5 ellen, Rutger 5 ellen, den armborstiere 5 ellen maket tosamen 25 elc el Ie gecoft dat enen mitten andren 15 placken maken 46 Ib. 17 s. 6 d. Voor vijf voder 7 lb. 10 s. Den scutten to scilden maken 36 Ib. Arelberte voer sijn leersen 2 l;b 5 s. Voer sinen winterrock 9 Ib. 15 s. Summa 102 Ib. 7 s. 6 d. In 1372 zijn er dus met zekerheid vijf politiemensen in dienst, waarvan er een, gezien de afwijkende kledij, duidelijk de leiding zal hebben gehad en de vijfde als armborstiere mogelijk een soort pander of deurwaarder was die, met in dit geval de kruisboog, de in beslag te nemen zaken aanraakte, waarna ze als geconfisqueerd werden beschouwd. Er is dus bij genoemde functionarissen sprake van herkenbaarheid door een uniforme kleding waarop bovendien met 'sierstiksel, zogenaamd livrei, het stads wapen was opgenomen. Het vaste loon van deze mensen was voldoende voor een halfjaar levensonderhoud de rest van hun noodzakelijke inkomen bestond uit betaling voor speciale diensten als arrestaties, begeleiden van gestraften of fooien die ook werden aangenomen bij hun werkzaamheden als stadsbode of als gerichtsdienaar die o.a. officiële brieven afleverde. De conciërgediensten op het Raadhuis en de verzorging van de daar brandende haard behoorden ook tot de normale werkzaamheden. Kort gezegd Werk Aannemelijk is echter dat Zutphen al een kleine tweehonderd jaar eerder zulke functionarissen had die tevens voor de veiligheid van de burgers en de orde dienden te zorgen, omdat dan al sprake is van een gestructureerde stedelijke sa menleving. Het stadsrecht legde immers de orde handhaving en het bepalen van sancties bij overtredingen op aan het stadsbestuur. De opgelegde boetes vervielen daarbij aan de stad. De Zutphense jurisdictie was tot 1312 beperkt tot de Oude Stad en nadien kwam ook de Nieuwstad er bij, terwijl aan het eind van de veertiende eeuw te vens een gebied buiten de poorten, zoals Helbergen, de Varkenswei, de Mars en Overmars, als 'Vrijheid van Zutphen zo ver de palen reiken' werd toegevoegd. De verordeningen, de keuren, die waren 1 De gegevens voor dit artikel werden goeddeels ontleend aan In alles des Stads beste doen' van L. Lensen en W,H.Heitling uitgave Terra Zutphen. ilauw dp Straat on het verleden

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2003 | | pagina 14