12 dat er in dit geval geen aanleiding is niét de werkelijke kosten in rekening te brengen. Ook wordt in dit memo gesteld dat de kosten afhankelijk zijn van de ver richte werkzaamheden. Een toegevoegde notitie - in potlood geschreven - toont bezorgdheid, gelijkend op die van een verantwoordelijk ouder tegenover zijn studerend kind: "Hoe is de ongelijksoor tige behandeling van V.V.V. en Actie Co mité te verklaren? Heeft Actie Comité wel voldoende middelen?" Er volgt een uitgebreid onderzoek naar hoogte van de plaatsingskosten van de tent vanaf 1962 en de betalers van de in rekening gebrachte bedragen. Veel blijkt niet in de boeken opgenomen tot in 1967 het verlossende woord komt"Niet meer; V.V.V. durfde het niet meer aan." Kortom er heerst een boekhoudkundige chaos die menig registeraccountant zou doen lik kebaarden. Op 16 mei 1968 is er over de kwestie in tern beraad in B&W en vervolgens krijgt 12 dagen later het Actie Comité Zutphen, gevestigd op de IJsselkade 9a antwoord op zijn brief van 30-11 -1967. Daarin wordt gesproken van misverstanden, en dat V.V.V. van betaling is vrijgesteld, omdat anders de subsidie aan deze ver eniging zou moeten worden verhoogd. De vordering van f 806,- blijft gehand haafd. De heer P.van Zeben, Laarstraat 12a, krijgt vervolgens op 22 januari 1969 onder verwijzing naar een mondeling onderhoud van 20 januari 1969 een ko pie-van deze brief van de Wethouder van Financiën, met beleefd verzoek om de betaling te willen bevorderen. De brief rept van de precaire financiële situatie in de gemeente en gaat in op de vraag of "wij" niet een vast bedrag, dan wel een percentage van de pachtsommen die door de kermisexploitanten tijdens de feestweek worden betaald, zouden moeten vragen. Zulks in tegenstelling tot de op dat ogenblik geldende gedragslijn "waarbij U de volledige beschikking over de baten van de kermisverpachting wordt gelaten". Gedacht wordt aan een afdracht van 40 De secretaris, Drs. G.J.Fleers, van Actie Comité Zutphen deelde vervol gens als antwoord op 20 mei d.a.v. mede dat "na rijp beraad" is besloten ermee akkoord te gaan dat met ingang van dit jaar aan de kermisverpachting de voor waarde wordt verbonden dat 40% van de netto opbrengst (na aftrek van gemaakte kosten) ten gunste zal komen van de ge meentekas. B&W dankt het Actie Comité op 31 mei 1967 en gaat gaarne akkoord met de overeenkomst. Andere naam Een grote kop in de Zutphense editie van het toen nog bestaande dagblad "Het Vrije Volk" roept op 1 6 augustus 1967 ach en wee met de chapeau: "Gemeente wil deel pachtgelden" en de kop "Stich ting Acties Zutphen krijgt minder geld in kas". Er wordt in het artikel ingegaan wordt op het historisch gegroeide "al leenrecht" van de stichting tot het hou den van kermissen en de vele "goede werken" die de stichting 'Acties Zutphen' van de grond liet komen zoals feestwe- ken, een bijdrage in de kosten voor het bezoek van scholieren aan een concert van het Concertgebouw Orkest tijdens een optreden in Zutphen, een bijdrage aan de feestverlichting van de binnenstad terwijl er ook zo nu en dan wel eens een tekort bij de V.V.V. werd weggewerkt. Ook de gemeentekas voer er wel bij: Op 30 november 1967 kon debet bijgeboekt worden f 14.989.57, zijnde 40% van de netto-opbrengst van de kermis. Op 18 april 1969 blijkt dat er nog geen afdracht over 1968 heeft plaatsgevonden en Acties Zutphen wordt verzocht voor 1 mei de aangegane verplichting in te lossen. Een uitgebreid overzicht over de financiële uitkomsten van de feestweek wordt gezonden op 8 mei en er blijft een saldo van f 15.829,35 voor de gemeente kas. Hoewel dit bedrag beduidend hoger is dan over 1967, is de post onkosten on evenredig verhoogd: f 13.472,18, tegen f 6.867,55 over het jaar ervoor. Een en ander is duidelijk gevolg van opgevoerde kosten die volgens ons niet aftrekbaar zijn op grond van de aangegane overeen komst. Opvallend is ook de naamswijzi-

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2003 | | pagina 12