96 Jan Kreijenbroek "De Zutphensche schutterij op de Gorsselsche Heideluidt de kop van een artikel in de Zutphensche Courant van 26 juni 1903Een oorlogscorrespondentvan het Deventer Dagblad mocht de schutterij-manoeuvre van de Zutphense schutterij op de Gorsselse hei bijwonen. Dat was zelfs geen Zutphense journalist nog gelukt. Hij vertelt hoe met het lokaaltje van 4.35 n.m. zo'n 150 bajonetten meegaan. De helft stapt uit in Eefde; de rest spoort door naar Gorssel. De oefening gaat van de veronderstelling uit dat de Hollanders de opdracht krijgen om een Duits regiment terug te slaan, dat de spoorlijn van Zutphen naar Hengelo heeft veroverd. Spionnen hebben gemeld dat dit regiment zich ophoudt in de buurt van het Elze. Vandaar moeten ze teruggedreven worden. Beide eenheden staan onder bevel van een ka pitein. De journalist wordt bij de aanvallende partij ingedeeld en krijgt een wit bandje om de hoed. Niet als teken van onschuld maar meer om herkenbaar te zijn als Hollander. In Gorssel stapt men uit de trein en gaat met de muziek voorop in "lustigen marsch" het bos door naar de Zessprong waar de manschap pen verteld wordt wat de bedoeling is. Na een aansporing van de kapitein om nu eens buitengewoon dapper te zijn "duployeerde"' onze macht zich en gaan ze "en tirailleur"2 in de richting van het Elze. In groepen van "14 rot" onder leiding van een sectie commandant wordt een groot terrein bestreken. Al sluipend en kruipend komen ze tenslotte op de open vlakte waar in het midden de grote kogelbuit staat. Een voorpost heeft een vijandelijke patrouille ontdekt: er knalt een schot en men krijgt vuur terug. Zeker is dat de vijand in de buurt is. De verslaggever heeft geen idee waar het vuren vandaan komt. Hij kruipt en sluipt maar door en ontdekt dat corpulentie geen militaire deugd kan zijn. Plot seling knallen van alle kanten geweerschoten. Naar de mening van onze ooggetuige heeft de vijand wat al te vroeg zijn prachtige stelling verraden. De hele lange linie ligt achter een dunne reep struikgewas met als natuurlijke borstwering een heideruggetje. De vijand had hen in het open stuk zo van de sokken kunnen schieten. Maar tot ons geluk hebben ze niet genoeg munitie. Wij geven telkens -plat op de grond liggend- een salvo af, springen op en rennen een eind en vuren dan weer. Dit herhaalt zich totdat: "de krijgsgeest over ons vaardig wordt en wij met gevelde ba jonet storm lopen." De officieren maaiend met hun sabel, gaan voorop, hun mensen met woest geschreeuw aanvurend. Er wordt echt gestormd, al wordt de dapperheid van de aanvallers verhoogd "door het bewustzijn dat hun geen leed zal geschieden". De vijand wordt verslagen, maar vlucht niet omdat... men het prettiger vindt om samen de mondvoorraad op te maken die op een rustig plekje van het slagveld is neergezet. Maar eerst defileren vriend en vijand, nu weer één, vóórop de majoor, terwijl de muziek vro lijk over de heide tettert. Na de versterking van de inwendige mens mar cheert men terug naar Zutphen. Die terugtocht wordt omstreeks half negen aanvaard en tegen tien uur trekt men met volle muziek de stad binnen. Daar wordt de schut terij door de halve bevolking ingehaald, een bewijs hoe aantrekkelijk de muziek is. De geest onder de manschappen is zó goed dat er over vermoeidheid niet geklaagd wordt. Wel is de verslaggever van mening dat men er stevig de pas in heeft. Maar hij vindt óók dat hij zich eigenlijk zou moeten schamen omdat die pas wordt aangegeven door een majoor die niet ver van de zeventig is verwijderd. Hij eindigt zijn verhaal met: "de veldoefening was leerzaam en het corps heeft bewezen dat men ook in dienst het utile dulci3 kan toepassen (Footnotes) Splitste 2 In gespreide gevechtslïnie 3 Het nuttige met het aangename Dapper optreden van Zutphens schutterij

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2002 | | pagina 26