70 men dat een groot deel van het werk gedu rende de nacht moet worden verricht. Sla pen geschiedt overdag, wat er toe leidt dat de bakker weinig zonlicht ziet en wat te vens afbreuk doet aan het gezinsleven. De arbeid begint in de nacht gemiddeld om half twee (soms al om half een) en gaat door tot de namiddag om gemiddeld half vier. Terwijl de arbeidsduur in de broodfabrie ken en bij de particuliere bakkers weinig verschilt, zijn de werktijden daar wel an ders, door specialisatie van de arbeid. Voordeel van de fabrieksbakker is, dat er verlofregelingen bestaan - met doorbetaling van het loon - die in het kleinbedrijf niet mogelijk zijn. Doch dit verandert niets aan het feit dat de werktijden in het bedrijf ook hier te lang zijn, en dat deze tijden geen maatstaf mogen zijn bij het opstellen van de arbeidswet die Minister Kuyper wil gaan invoeren. Bij een gemiddelde arbeidsduur van 86 uren moet namelijk ook de schafttijd wor den meegerekend, en daar de werknemer de werkplaats daarbij niet verlaat kan deze tijd niet als vrije tijd gerekend worden. LOON Er is een nogal groot verschil in de belo ning bij de banketbakkerijen en de broodbakkerijen. Die bedrijfstak verkeert in een aanmerkelijk gunstiger positie: Het debiet is niet zo verbrokkeld, de concur rentie minder scherp en de winst staat niet zo onder druk, terwijl de arbeidsduur korter is. De lonen zijn daardoor veel ho ger. Zo werd een loon gesignaleerd van f 450,- per jaar, terwijl een inwonend bak kersgezel een basisloon van c.a. f 105,- per jaar ontvangt. Daarbij komen zijn in directe inkomsten uit kost f 3,50 week) en bewassing (f 25,-/jaarMeegerekend levert dat een werkelijk loon van f 6,- per week, dus ruim f 310,- per jaar. Stuitend was, dat de commissie moest constateren dat in Dordrecht het becijferde basisloon bijna het dubbele was. Weliswaar heeft de fabrieksbakker een weekloon van f 9,50, maar ook die blijft ver achter bij het standaardloon van f 14,- dat in Amsterdam wordt genoten. De commissie haalt er vervolgens nog iets bij dat dit onterechte verschil in beloning verklaart en schrijft: De Amsterdamse Pa- troonsvereeniging "De Voorzorg" nam in haar arbeidsvoorwaarden o.a. op dat op 4 volwassen gezellen slechts 1 halfwas en 1 leerling in de bakkerij werkzaam mogen zijn. In Zutphen werken de particuliere bakkers evenwel met leerlingen en half wassen, want zij keren een loon uit dat slechts bij halfwassen werknemers past f 105,- ex.). Een deel van deze leerlingen wordt dan ook gedwongen om na de leer tijd een ander vak te kiezen. Slechts de particuliere bakkerijen die als gezellen alleen hen aannemen die later ook patroon worden kunnen spreken van leerlingen; de anderen gebruiken een mooi woord voor een slechte zaak die slechts bestreden kan worden door vaststelling van een geoorloofd aantal leerlingen en half wassen, in de geest van de Amsterdamse Vereeniging "De Voorzorg." Daarbij komt, dat Zutphen zo goed als geen inval id iteits- en ouderdomsverzeke- ring kent. Over verpleging bij ziekte is geen afspraak gemaakt. Op de fabriek is een zie kenfonds waaruit c.a. f 1,- per dag wordt uitgekeerd en de fabriek valt onder de on gevallenwet wegens het stoom vermogen. Aan ouderdomsverzekering wordt nergens gedacht; zonder staatshulp schijnt deze ook wei erg moeilijk te zijn. De bakkersge zel wiens arbeidskracht versleten is staat op straat: een droevig en troosteloos vooruit zicht! De commissie, waarin Ds B.H. D'Auzon zitting heeft, vraagt zich alles overden kende af: "Had'Carlyle*** ongelijk toen hij ons mo derne menseneters noemde? Eten wij niet tegelijk met ons brood de lichamelijke, ver standelijke en zedelijke ontwikkeling van de broodbereider Carlyle, Thomas (1795-1881), Schots geschiedschrijver. Hij bestreed de 18de-eeuwse verlichtings filosofie. In de geschiedenis openbaarde God zich voor de puritein Carlyle in grote persoonlijkhe den, die in crisistijden in staat waren de mensheid de juiste weg te wijzen.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2002 | | pagina 24