yen en Gertruit het huis weer en wel aan Gerit Lieffers. Op 31 januari 1521 ver kochten diens erven het huis aan Henrick te Hert en Gertruidt. van Hairle Twaalf jaar later, op 27 juni 1533, ver kochten Henrick en Gertrudt het huis aan Marcus van Gravenraith en Armgart, die het op dezelfde dag weer verkochten aan Gerrit van Hairle en Engelberta. Het was druk die dag; Garrit van Hairle en Engel- bert verkochten aan Marcus van Graven- raidtz en Armgardt een bezit, verponding 698B. Dat was vermoedelijk half zo groot, want als belasting staat slechts 3 gulden genoteerd tegen de 6 gulden die telkens weer voor de huidige Barlheze 27 genoemd is. Waarschijnlijk woonde je wel op stand toen in de Berleheese; buur man was burgemeester (althans in 1558) Luloffte Ryth. En kennelijk kostte het ook wel wat om daar te mogen wonen; Gerrit en Engelberta namen de ene hypotheek na de andere, vermoedelijk voor verbou wingen. In 1552 staat Gerrit van Harlle genoemd als richter, maar of hem dat vol doende geld opleverde is maar de vraag. Op 2 april 1562 is sprake van een hypo theek op dit adres aan Rutger Staell, rich ter te Almen. (Deze hypotheek is 19 de cember 1607 afgelost door kerkmeesters En in een stuk -gedateerd 2 april 1568, dus 6 jaar later- staat vermeld dat de on mondige kinderen van Rutger Staell ook aandeel in dit huis hebben. Dat stuk gaat over een hypotheek aan Engelberta van Harle (inmiddels weduwe van Gerit) en Johan van Remey. Op 12 april 1568 nam Engelberta opnieuw een hypotheek. Mechtelt Balck Het is de St. Walburgskerk die op 10 juni 1601 het huis verkocht aan Johan Coen- ders en Mechtelt; dat is ruim voor de eer der genoemde aflossing in 1607. Met deze Mechtelt Balck komt de naam Dant- zick in zicht. Haar tweede man was Jur- gen van Dantzick. Uit een stuk, gedateerd 1 november 1622 bliikt een verdeling van een erfenis (het olde huis en plaats) onder kinderen uit eerste en tweede huwelijken. Jurgen van Dantzick is een van de betrok kenen en wel als tweede echtgenoot van Mechteld Balck en tevens als buurman van het behandelde pand. Ook is geble ken dat dezelfde Jurgen het pand met ver pondingsnummer 818 (nu Barlheze 25) bewoonde en eigenaar was van Barlheze 19, 2123 en 25. In een ander stuk, ook gedateerd 1 november 1622, is sprake van een 'nieuw getimmerd huis' waarbij Jurgen van Dantsick, weduwnaar van Mechtelt Balck is genoemd. Voorzover valt na te gaan, slaat dit op de huidige nrs 23 en 25. De conclusie moet dus zijn dat in 1622 Mechteld is overleden, dat er toen een huis is gebouwd naast het hui dige nr. 27 en dat de belangen van haar kinderen daarbij veilig gesteld zijn. In 1624 staat Jurgen van Dantzyck nog ge noemd als belending van nr. 29, maar 29 juli 1629 blijken de erven Jansen het huis te hebben verkocht aan Ailbert ter Borch en Hilliken ten Buthoorn. Nu stond een der zonen van wijlen Mechtelt genoemd ais Otto Janssen (Haar eerste man was Jan Coenders), dus misschien heeft Pa van Dantzyck gewoond in het huis van zijn stiefzoon. Bij een volgende gelegenheid (een hypotheek aan Albert van der Borch, gedateerd 31 oktober 1635) staat de op merking: Den Dantswijck genoemt. Dit is de eerste keer dat het huis met deze naam is aangeduid. In de tabel Namen van het huis zijn de diverse varianten chronologisch opgenomen. Men was niet erg consequent. Niet alleen dat de naam alle denkbare spellingsvarianten te zien geeft, ook wordt die naam niet altijd ge bruikt. (In 1639 staat Aelbert van der Borch ouderwets genoemd als belen dend, d.i. van het pand ernaast). Merk op dat deze naamgeving zich uitstrekt over bijna 100 jaar. Otto lansen De kap van het huidige Wapen van Dans- wick is dendrochronologisch gedateerd op 1643. Omstreeks die tijd staat even eens diverse malen de verkoop van het pand genoemd, soms het niet doorgaan ervan (in 1642). 13 Maart 1643 verkoch ten Aelbert van der Borch en Helena van

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2002 | | pagina 13