B.B RUININ&' De kinderen kwamen nu geheel onder de hoede van het kindermeisje, en Bruins concentreerde zich op zijn werk. Het ging goed met het Gymnasium. De leerlingenregisters uit de jaren 1890-1920 laten een aantal interessante gegevens zien. Het aantal leerlingen van buiten Zutphen was hoog, het percentage meis jes steeg, en na 1900 waren er regelmatig leerlingen uit het toenmalig Nederlands Oost-lndië. Die moesten natuurlijk onder gebracht worden bij families in Zutphen, en ook de familie Bruins had later, na 1900, leerlingen in huis. Tweede huwelijk Op 11 augustus 1898 schreef Bruins een brief aan zijn oudste zoon Gijs, op dat ogenblik in Zwitserland: "Beste Gijs! Wat ik je nu te schrijven heb is iets, waarvan ge zeker bijzonder zult ophooren. Er zal namelijk binnen korter of langer tijd een geheelen verandering komen in ons huiselijk leven. De plaats die door uwe lieve moeder is opengelaten en tijdelijk door juf uitnemend werd ver vuld, zal weldra ingenomen worden door de oudste juffrouw Oort. Zij zal, dat weet ik zeker, voor U, Zus en Appie een tweede moeder zijn, die al hare zorgen aan u drieën zal wijden en wier aanwe zigheid in onzen kring een groote zegen en een groot voorrecht zal zijn voor ons allen." "De oudste juffrouw Oort"was Dina Ma ria Oort, 35 jaar oud, dochter van ds. Abraham Oort. Ze woonde in de Lange Hofstraat. Het huwelijk vond plaats op 23 december 1898. De jaren die volgden waren goede jaren voor het gezin. De kinderen noemden hun nieuwe moeder "Ma" en zij bleek zeer betrokken bij het we! een wee van de kinderen Bruins. Uit de briefwisseling tussen Bruins en zijn zoon Gijs, die eerst studeerde in Leiden, daarna werkzaam was in den Haag en Rotterdam, komt opnieuw het karakter van de zorgzame vader naar voren. Zoon Gijs vroeg in die brieven zijn vaders raad, vooral als het ging om het volgen van bepaalde studieonderdelen en stap pen in zijn carrière. In de eerste jaren in Leiden schreef hij wekelijks. Het studen tenleven kwam aan bod, bezoeken bij professoren, maar ook zeer aardse zaken als schone was (er werd regelmatig een mand met vuile was naar Zutphen ge stuurd!) en, natuurlijk, geld. De uitgaven werd nauwkeurig bijgehouden, en zo nu en dan werd er iets extra's opgestuurd (Bruins noteerde dan het aantal en de nummers van de bankbiljetten). Een citaat uit de brief van 25 januari 1906: "Beste Gijs, Nogmaals van harte geluk met de benoeming, die nu toch werkelijk een feit is. Moge de betrekking blijken te beantwoorden aan de verwachtingen en je een prettigen werkkring opleveren! Bij al het eervolle van de benoeming, ziet ge U ook geplaatst voor een zekere verant woordelijkheid, niet alleen om behoorlijk je plicht te doen, maar ook om zoo werk zaam te zijn, dat de bijzondere aanbeve lingen van de professoren blijken goeden grond te hebben gehad In veel opzich ten is het je tot nu toebijzonder voor den wind gegaan, wees nu voorzichtig om niet al te veel op je succes te vertrouwen!" Arnhem 5 STtENSr^AAT

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2002 | | pagina 7