wat het verkeer betreft, nog diep treurig uit. De wegen waren slecht of ontbraken, de herbergen schaarsch. En waar men ze vond, stond het te vrezen dat men er ge plukt en uitgeschud, zo niet vermoord werd. Vorsten en edelen, priesters en ge zeten kooplieden namen dan ook ge woonlijk hun intrek in een klooster of bij vrienden en kennissen. Maar wat moesten arme reizigers: handwerkslieden die werk zochten, studenten die naar een veraf ge legen hogeschool trokken, kermisklanten en andere zwervers doen/' Eén oplossing: naar het gasthuis. Maar het gasthuis of hospitaal was al veel ouder dan duizend jaar. Al in de Antieke Wereld waren het tijdelijke verblijven bij de hei ligdommen voor de gelovige bezoekers. Ontstaan Bornhofen Gasthuis In Zutphen waren en ontstonden in die tijd nogal wat instellingen die zich bezig hiel den met liefdadigheid, o.a. Spittaal, Oude Gasthuis, Nieuwe Gasthuis, Bornhof, St. Anthonie Groote Broederschap. In 1320 schonk Borro van Ameronghen, kanunnik van de St.-Walburgiskerk, zijn huis en hof aan het stadsbestuur "tot be- hoeff des christelicken armen, gebreckelic- ken ind behoevichgen". Zij moesten ten minste 30 jaar oud zijn. Uitdrukkelijk werd vermeld dat het huis nooit anders gebruikt mocht worden dan door en voor armen5. Als men over het ontstaan van het Gast huis spreekt, wordt altijd begonnen met het Spittaal dat al in 1268 aan de zuide lijke toegangsweg buiten de stadsmuren lag Spittaal straat) en dat onderdak bood aan reizigers, zieken en behoefti- gen. In de eerste helft van de veertiende eeuw verloor het Spittaal de hospitaal functie en ergens tussen 1340 en 1347 ontstond het Gasthuis in de Heilige Geest aan de Zaadmarkt. De naam Oude Gasthuis kwam pas in ge bruik na de stichting van het Nieuwe Gasthuis in 1442. Ca. 1380 verhuisde het Spittaal ook naar de Zaadmarkt, zodat het gebied tussen Zaadmarkt en Bornhove- straat, ook al door verder uitbreidingen van Bornhofen Gasthuis, begon te lijken op een afdeling Sociale Zaken. Het Bornhof en het Gasthuis werden na mens de stad bestuurd door provisoren; de dagelijkse leiding was in handen van een gasthuismeester. De taken van de provisoren waren volgens de eerst be kende statuten uit 1549 o.m. controleren van de rekening, beslissen bij grote be dragen, benoeming gasthu ismeester. De indruk bestaat dat het stadsbestuur niet vaak rechtstreeks ingreep in de gang van zaken. Toch had het bestuur wel enige in vloed, want bijna alle rechtshandelingen liepen via de richters of de schepenen. Bovendien behoorden toen de meeste, zo niet alle provisoren tot de schepenen en kwam de gasthu ismeester uit hetzelfde milieu. Gasthuismeesters bij het Bornhof waren o.a. johan Scaep, priester en vicaris van de kapel te Baak en Albert van der Voerst. Deze bekleedde de functie van 1402 tot en met (in elk geval) 1416. Bij het Gast huis kwamen voor Dirck van Wese, Her man Entze en Gerrit Bontwerker. Gerrit is 1 6 jaar gasthuismeester geweest en werd pas aan het eind van deze jaren afge hoord "bij den schepenen in den ka- meren". De gasthuismeesters betaalden en ontvingen zelf en verrekenden achteraf het saldo. Ze kregen geen salaris, althans niet zichtbaar. Maar Bontwerker kreeg, vlak voor hij in functie trad, 180 Ib. Waarvoor? Vanaf 1421 betaalde het Gast huis hem een jaarrente van 6 Ib, die later werd opgetrokken tot 18 Ib. Misschien toch een vorm van loon? Scaep, Van Wese en Entze lieten na hun dood goede ren na aan hun instelling. Aernt Tymmerman Laten we zeggen dat Aernt Tymmerman6 in 1375 werd geboren en in de leer was bij de timmerman die voor het Bornhof werkt. Wij komen hem voor het eerst te gen in 1390 bij het repareren van Boloys molen. Het werk duurde ongeveer 15 da gen. De molen was blijkbaar eigendom van het Bornhof; onder dezelfde naam kwam deze voor in de stadsrekeningen. Later werd gesproken over de rosmolen en de paardemolen. De molen moet dichtbij het Bornhof hebben gestaan, 21 5 Niet zo lang geleden is men van deze regel afgeweken. 6 AenrtTymmerman heeft bestaan. Omwille van de leesbaarheid zijn, voor de duur van dit artikel, even alle timmerlui uit die tijd samengebald in Aenrt.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2002 | | pagina 23