Dat laatste wordt tegenwoordig betwijfeld omdat er weinig harde cijfers over be kend zijn. Men vermoedt dat de latere epidemieën waarover wel cijfers aanwe zig zijn en die vaak een verwoestend ef fect op het sociale en economisch leven hadden, de verhalen uit het verleden met terugwerkende kracht behoorlijk hebben opgeklopt. De rekeningen De door mij getranscribeerde rekeningen leken slechts monotone opsommingen van ontvangsten en uitgaven. Geleidelijk aan was een aantal zaken te herkennen en kwam er wat leven in, vooral toen ge lijksoortige posten bij elkaar werden ge zet. Toen bleken de rekeningen een ge weldige bron van gegevens te zijn over het leven van toen - zelfs de gewone mens kwam hier en daar even te voor schijn met namen als de grote Stumme, Griete Ratinx, duile Jutte en AerntTym- merman. Wat zouden dat voor mensen geweest zijn? Hoe hebben ze geleefd? Vaak waren er tien vragen tegen één ant woord. Wat overbleef was "misschien" of "het is niet duidelijk". Want wat weet je dan over iemand als AerntTymmerman? Niet meer dan dat het om een heel ge wone timmerman gaat, die niet tot de ar men behoorde, maar wel zijn leven ein digde in het Oude Gasthuis. Wat is een rekening? Het is het huishoud boekje van organisaties als graafschap, stad en in ons geval het Bornhof en het Oude Gasthuis. De gasthuismeester moest alle ontvang sten en uitgaven vastleggen en werd eens per jaar gecontroleerd of afgehoord. Bijna elke pagina van de rekening heeft als kop zoiets als "van uytgheven" of "van upbo- ren", vandaar de titel van dit artikel. Niet alle rekeningen zijn bewaard geble ven; misschien zijn ze er wel niet alle maal geweest1. Van het Bornhof zijn 18 rekeningen uit de periode 1390 t/m 1416 en van het Gasthuis 19 uit de periode 1416 t/m 1435 bewaard gebleven. Zo krijgen we een redelijk aaneengesloten tijdvak van 45 jaar. Gedurende het jaar werd van een aantal zaken sub-administraties bijgehouden bij voorbeeld in keukenboeken en op graan- lijsten. Vervolgens werd eerst een kladre kening gemaakt, daarna een netrekening. In het archief van het Bornhof zijn van vijf jaar klad- en netrekeningen aanwezig. Het boekjaar liep niet parallel met het ka lenderjaar. Het Bornhof begon meestal op Judica2. Men hanteerde het paasjaar. Het Gasthuis begon, net als de stad zelf, met Petri ad Cathedram, 22 februari. Data zo als wij die kennen, gebruikte men niet. Alles werd met heiligendagen aangege ven en met voorzetsels: door, voor, op of na. Zo kon men met één heiligendag 14 dagen bestrijken. Dit bleek uit de aanwe zigheid van een aantal keukenboeken in de rekeningen van het Bornhof, die per maand de begindag aangeven. Omdat er nogal wat overschrijffouten in voor, op of na zaten kostte het veel moeite dit sys teem te ontrafelen. Maar zo is het wel ge lukt een rekening zonder jaartal terug te rekenen op 1397/98. De allereerste rekening begint op Lau- rensavont 1390, dinsdag 9 augustus, dus midden in de week, terwijl de beginda tum normaal een zondag was. Misschien was het écht de allereerste rekening en had men tot dan toe volstaan met het tel len van het geld uit de geldkist. Munten Geld, daar draait het om. Rijnse, Arn hemse, Deventer, Vlaamse, rode, blauwe, Boheemse, Beierse, Postolates, Reinoldus guldens, oude schilden, buddrager3, kromstaarten, koppert, groot, etc. Ook de Zutphense gulden kwam voor, maar dat moet, gelet op het aantal keren3 een on juiste benaming zijn geweest. Opvallend was de grote verscheidenheid aan mun ten in Zutphen ten opzichte van Arnhem en - in mindere mate - Deventer. Hoe komt dat? Misschien trokken er meer mensen uit andere streken door Zutphen dan door Arnhem en Deventer? Om al deze munten in de hand te krijgen had men de rekenmunt, het pond of de gulden, waarin de andere munten omge rekend werden. Gelre lag tussen de 19 1 Zo zijn van het Catharine Gasthuis te Arnhem tussen 1246 en 1625 slechts één complete en twee fragmenten van rekeningen bewaard gebleven, in Zutphen is men beter af. 2 De tweede zondag voor Pasen. 3 'Botje bij botje' leggen komt van dit geld vandaan.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2002 | | pagina 21