met Griekse letters, blijken ze, op zijn Nederlands gelezen, uiterst prozaïsche zakelijke mededelingen te bevatten. ("Marien komt aanstaanden Zondag 10 December Hartelyk dank voor den welge- vulden trommel D.B.") De oude Proostdij Eva Bruins: "Ik zal ongeveer vier jaar geweest zijn, toen we van de Stationsweg verhuisden naar het huis met prachtige tuin achter de Grote kerk in de Proostdij steeg. Ik vond het wel erg in een steeg te wonen, maar overigens was het een heerlijk huis met uitzicht op het Kerkplein, het was heel oud en was duidelijk te herkennen op de kaart van Zutphen in de stedenatlas van Blaauw, de muren waren wel 1/2 meter dik, zodat in de eetkamer met 3 ramen we 3 brede vensterbanken hadden, een heerlijk speel terrein, mijn vader bouwde er uit bouwdo zen prachtige torens voor Appie, die in 1891 geboren is. Aan de andere kant van de voordeur was een ruime keuken en daarachter een soort Gotisch gewelf, waar de afwas geschiedde, achter het huis be vond zich de prachtige bloementuin, die zich uitstrekte tot de stadsmuur, daarachter een lager tuingedeelte, waar vele vrucht bomen stonden, 3 aspergebedden, en ver der ook groente gekweekt werd, de tuin werd afgesloten door een grachtje, dat 's winters wel eens overstroomde, zodat we een privé ijsbaan hadden, achter een keu kenstoel heb ik daar mijn eerste schreden op de schaats gewaagd. We waren er vast van overtuigd, dat er vanuit de tuin een ondergrondse gang naar de kerk leidde, omdat het huis in de oertijd een klooster geweest was, in de boventuin onder een appelboom hebben we vaak gegraven naar die gang, ééns meenden we de gang op het spoor te zijn en kregen al ruzie wie van ons drieën het eerst naar binnen mocht, maar het was loos alarm geweest." Wasmand met dienstmeisje Het huis aan de Proostdij steeg had (en heeft) boven op de zolderverdieping een haak met katrol, in de tijd dat de familie Bruins er woonde gebruikt om de grote mand met wasgoed op te takelen. Het leek zoon Gijs en zijn vriend Hein Mis pelblom Beyer een leuk idee om met die takel te spelen, bijvoorbeeld het dienst meisje in de wasmand op te hijsen en te laten zakken. Natuurlijk werden ze be trapt, en volgens een oude gedienstige ge bruikte dr. Bruins bij zijn woedende beris ping woorden waarvan zij gedacht had dat hij ze niet kende! Latijnse citaten In de laatste weken voor zijn overlijden behoorde tot de boeken die Bruins bij zich had in het ziekenhuis ook een exem plaar van "Latijnsche Citaten", door hem zelf bewerkt. Op de lege bladzijden ach terin bevinden zich notities, vertalingen en aantekeningen in zijn fijne, regelma tige handschrift. De schrijver Lucretius neemt daarbij een belangrijke plaats in. Over het citaat "Eadem sunt omnia sem per" (Lucretius, De rerum natura III. 945) schrijft Bruins: "Alles is altijd hetzelfde. Buiten hun ver band kunnen deze woorden gelden als een uitdrukking van levensmoeheid. In hun verband zijn zij een onderdeel van het aan de als persoon gedachte Natuur in den mond gelegde betoog, dat de vrees voor den dood eiken redelijken grond mist: Wat jammert en weent ge, o sterveling, over den dood? Indien gij van den door- gebrachten levenstijd een aangenaam ge bruik hebt gemaakt en niet al het goede van het leven aan U voorbij vloeide, als ware het in een vat zonder bodem gego ten, waarom staat ge dan niet van het gas tmaal des levens op als een verzadigd gast en waarom, o dwaas, gaat gij dan niet tevreden een zorgenvrije rust genie ten? Indien evenwel al wat gij genoten hebt aan u voorbij is gegaan en het leven U is tot een last, waarom verlangt gij dan er nog wat bij te voegen, dat toch ook weer bestemd is om doelloos te ver- loopen? Want ik (Natuur) weet niets nieuws voor U te verzinnen: alles is altijd hetzelfde, al zoudt gij ook nog eeuwen lang voortleven." 8

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2002 | | pagina 10