Jan Nieland
"Bescheiden en schaamachtig zijn en blijven
gelijk een gesluierd beeld
Op verzoek van de redactie zoekt dhr. Jan Nieland naar onderwerpen die
bruikbaar zijn voor een kort(er) of lang(er) artikel in ons tijdschrift. Eén van die
onderwerpen lijkt aan te sluiten bij de discussie van deze tijd: de positie van de
vrouwal ging die discussie over de Nederlandse vrouw en staat bij ons de
buitenlandse vrouw meestal centraal. Het archief van de Kring voor
Wetenschappelijk Onderhoud bood ook nu een aardig item om kort maar
duidelijk te bespreken.
Inleiding
In Zutphen werd op 6 oktober 1854 de
Kring voor Wetenschappelijk Onder
houd opgericht, een vereniging die zich
krachtens artikel 2 van de daarbij aan
vaarde statuten ten doel stelde "het uit
lokken ener discussie en het elkander
inlichten over wetenschappelijke onder
werpen." Daartoe werden door de leden
vragen geformuleerd en in de loop der
tijd nader aangevuld tot een indrukwek
kende lijst met onderwerpen van allerlei
aard. Sprekers gaven vervolgens op de
bijeenkomsten hun ideeën daarover
prijs en standpunten werden tenslotte
uitgewisseld en genotuleerd.
"De opvoeding der vrouw"
Op 8 januari 1869 nodigt de kring de
Utrechtse hoogleraar dr. W.G. Brill (el
ders staat G.W. Brill) uit, die deze "uit-
noodiging bereidvaardig aanvaardde"
om zijn ideeën te lanceren over de 235-
ste vraag luidende: "Is de opvoeding der
vrouw in Nederland tegenwoordig vol
doende, of welke verbeteringen zijn
daarin wenschelijk?" De notulist be
schrijft nauwkeurig de uiteenzettingen:
Bruikbaarheid
Spreker wijst eerst op de bestemming
der vrouwwaaraan hare opvoeding zal
moeten beantwoorden. Die bestemming
is eene geheel andere dan die van den
manzoowel naar het lichaam als naar
den geest. Hare bestemming naar het li
chaam welke niet nader behoeft om
schreven te wordenmaaktdat zij be
scheiden en schaamachtig moet kunnen
zijn en blijvendat zij niet gedwongen
moet zijn ruiterlijk uit te komen voor
hetgeen zij denkt en gevoeltdat zij een
wezen is dat een geheim aan zich
draagt gelijk een gesluierd beeld.
Daarom kan zij niet hetzelfde middel
baar onderwijs genietendat thans aan
de jongens gegeven wordten moeten
mannen haar niet onderwijzen.
Ook naar den geest heeft zij eene an
dere bestemmingzorgt dan dat zij niet
door zoovele materiële vakken van we
tenschap, haar standpunt verlieze,
waarin zij de poëzie des levens verte
genwoordigt. Zoo zou zij wel schijnbar
rijzen in bekwaamheid en in bruikbaar
heid voor de maatschappijmaar inder
daad zou haar peil dalen en zij zou hare
bestemmming missen.
Verderfelijk
De vrouw wil ook niet de emancipatie
die sommigen voor haar wenschen,
79
Pleidooi voor burka^s in
Zutphen anno 1869?