29 november 1909 Wij ontvingen nog een paar mededee- iingen omtrent het brutale diefachtige optreden der woonwagenbewoners. Zoo heeft een schoenwinkel in de Pe likaanstraat een bezoek gehad van zoo'n paar dames,wat hen f 3 verlies bezorgde. De winkelier M. aan den Emmerik- schenweg verkocht een zeemleeren lap, maar miste na het vertrek nog een rol, die niet betaald was. De juffertjes zijn door de marechaus see ter beschikking van de justitie ge steld, maar na verhoor weer op vrije voeten gelaten. college van burgemeester en wethouders zat met het geval in de maag, werd in maart 1949 besloten dat het kamp defini tief aan de Schoolstraat zou komen, de ge meente was bereid bijna 40.000,- te investeren in de aanleg er van. De buurtverenigingen vonden het in strijd met iedere vorm van beschaving en verzochten de gemeente om een ramp te voorkomen. Dan zouden de Hovenaren de gemeente er uiterst dankbaar voor blijven. "Zolang het kamp gelegen is in of tegen de bebouwde kom, is het bijzonder attractief voor woonwagenbewoners, zodat een mo gelijke verplaatsing naar buiten die na grenswijziging misschien aanwezig is, alle aanbeveling verdient", aldus de politie. Plotseling veranderde alles weer na deze gemeentegrenswijziging. Op 14 juni 1949 deelde het college mee dat het kamp ver plaatst zou worden naar een terrein bouw land in de uiterste zuidelijke hoek van de gemeente, aan de Weg naar Vierakker. Kosten voor de aan te leggen voorzienin gen werden begroot op 4.300,-. Er zou plaats zijn voor tien wagens. Aan het nieuwe terrein kleefde het be zwaar dat het niet watervrij was gelegen. Bij hoge waterstand zou dan als tijdelijke verblijfplaats voor woonwagens kunnen worden aangewezen de puinweg naar de stortplaats van de gemeentereiniging nabij de Buitensingel. Het college schreef: Wij kozen een ter rein dat soms gepasseerd wordt en gezien door enkeledat is niet te vermijden. Wij kozen het stilsteminst hinderlijke punt dat we konden vindenbewust dat een woon wagenkamp een plichtmaar een lastige plicht is en een onaangename en lelijke in richting die onvermijdelijk is. Omwille van natuurschoon kozen wij deze de minst schadende plek." En aldus geschiedde. In 1962 werd er een commissie Achter hoek ingesteld om te komen tot een regio naal woonwagenkamp met voldoende toe zicht en mogelijkheden voor woonwagen kinderen om naar school te kunnen. Dit naar aanleiding van de nieuwe woonwa gen wet die evenwel bij de woonwagenbe woners niet in goede aarde viel. Ze moes ten soms met politiedwang naar de grote centra worden gesleept. Het regionale kamp in Winterswijk werd in 1970 geopend en de honderd bewoners van het Zutphense kamp verlietende stad. Uiteindelijk bleken deze centra slecht be heersbaar te zijn en de broodnodige inte gratie niet in de hand te werken. Heden ten dage kunnen enkele oud-win keliers uit de Hoven zich de betrouwbaar heid van de woonwagenbewoners nog goed herrinneren. Als ze zeiden dat je je geld kreeg, dan kreeg je het ook Geraadpleegde bronnen en literatuur Stadsarchief Zutphen, Inventaris van het archief van de gemeente Zutphen, 1920-1970, de zgn. collectie Benak. Nol Westendorp in het Parool van 29 oktober 1990. Harm Tiesing, "De beide Machiels en hunne af stammelingen", in: Provinciale Groninger Alma nak voor het jaar 1914. C.H. Edel man, De geschriften van Harm Tiesing over den landbouw en het volksleven van Oos telijk Drenthe, Assen1943. Artikelen in diverse kranten van de Zutphensche Courant en het Zutphens Dagblad. Johan Kip, De geschiedenis van de Heuve. Zutphen, 1996. 92

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2001 | | pagina 20