Dit is er nog over van de Steendijk stuurde. Deze situatie was van korte duur want met het aantreden van een nieuwe com missaris van politie keerden in 1920 de woonwagens weer terug als buren van Coenen, op de door de gemeente aange wezen plek in het "Kikkergat", het tegen woordige Ockersgat (vóór het politiebu reau aan de Kanonsdijk, dat vereiste dus geen extra personeel voor het toezicht). Bij de molen wilde men ze namelijk ook niet, want volgens de tuinders werd er veel gestolen. Bij hoog water moesten de woonwagen bewoners het hogerop zoeken richting het huis van de jonkheer. De wagens hadden al aan de Weg naar Emmerik en aan de Weg naar Vierakker gestaan, evenals bij de Israëlietische be graafplaats. Gedurende de vorst stonden enkele wagens op de Houtwal. De bewo ners weigerden daar te vertrekken met als argument dat ze geboren en getogen Zutphenaren waren die in het bevolkings register stonden ingeschreven. Aangezien het wettelijk onmogelijk was de wagens uit de gemeente te weren, kwam er een voorstel een vaste plek aan te wijzen. Dat kon het beste in de Hoven, de voorstad van Zutphen, de brug was als Ansichtkaart van de molen aan het begin van de Molenweg 89

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2001 | | pagina 17