Sjoerd Galema
Bij de presentatie van het boek 7Bewoners gereconstrueerdde bewoning van het
zeventiende-eeuwse Zutphen7 hield de auteurdhr. Sj. Galemaeen inleiding over
één van de bronnen die hij bij zijn onderzoek had geraadpleegd: de waarboeken.
Wat is een waarrechtWelk gebruik werd ervan gemaaktWie waren gerechtigd
Over dit soort vragen gaat onderstaand artikeleen bewerking van de inleiding
van dhr. Galema.
In 1943 verzocht het Genootschap "Onze
Taal" in een brief aan de gemeente
Zutphen om uitleg over de betekenis van
het woord wharenzelfs voor deze taai
specialisten een erg onbekend woord.
Het waarrecht in Zutphen was het recht
om twee koeien op de stadsweiden te la
ten grazen. Zutphen bezat twee weiden,
bestemd voor gemeenschappelijk gebruik
van de burgers die daar recht op hadden:
De Mars en Helbergen. Hoe de stad aan
De Mars was gekomen, is onbekend. Van
de herkomst van de andere weide is meer
bekend.
In 1321 gaf Reinald, zoon van de graaf
van Gel re, zijn goederen in Wesse aan
Zutphen. Wesse was verdeeld in Hoog
Wesse, later Hooge West' genaamd en
Wesserooi. Het laatste was weiland, het
eerste bouwland.
Na de omlegging van de IJssel, later in de
veertiende eeuw, kwam een stuk van
Helbergen bij Wesserooi. Geleidelijk
werd laatstgenoemde naam verdrongen
door de benaming Helbergen.
Waarboeken en Boeken van
Opbrandinge
De burgers die een waar - een erfwaar of
een burgerwaar genaamd - bezaten, waren
de belangrijkste gebruikers. Zij hadden
een recht op gebruik van deze weiden, in
vakjargon ook wel bedrieven genoemd.
Daarnaast waren er ook schepenwaren of
burgemeesterswaren. Later kwamen daar
nog pachtwaren bij en zo nu en dan enkele
"ex gratia"-waren voor armen en gebrek-
kigen. Bij deze laatste categorie ging het
meer om erfwaar-gebruikers die geen
recht meer hadden en die op deze manier
nog één of twee jaar de waar mochten
gebruiken.
De erfwaren werden vastgelegd in de zo
geheten waarboeken. In deze boeken
staan de rechthebbenden vermeld, cle jaren
dat men dat recht heeft (eerst in de vorm
van letters en vanaf 1669 met jaartallen),
de erfopvolgers en de bijzonderheden.
Als bijzonderheden werden vermeld: oud
ste zoon overleden, weduwe leeft nog, af
wezig uit de stad, etc. Tot ca. 1800 stonden
deze aantekeningen in het Latijn vermeld.
In het Stadsarchief zijn de waarboeken
aanwezig vanaf 1561In het eerste deel is
nog een klein deel overgeschreven vanaf
1528. Gezien de opschriften zouden de
jaren 1616 t/m 1627 ontbreken, maar wie
de jaren natelt, komt tot de conclusie dat
die jaren gewoon aanwezig zijn. Wel
ontbreken de jaren 1573 en 1574. Vol
gens een aantekening in het boek van
1575 is men in dat jaar begonnen met de
letter N, hoewel in 1572 de letter M is ge
bruikt, /nt wel eken geboerde mits die men
id boeck middelerwijle gemisset hefft."
Naast de waarboeken zijn er ook de boe
ken van opbrandinge. Het oudste deel
loopt van 1525 t/m 1531. De serie is niet
compleet. Voor een deel is deze serie
25
Over waarrecht en opbranden