provincie werd vastgesteld, nadat het
reeds in 1866 bij het Koninkrijk Pruisen
was ingelijfd. In 1881 werd het Saksische
ros ook opgenomen in het wapen van de
Pruisische provincie Westfalen. De steeds
belangrijker functie van het Saksische
paard, niet minder bevorderd door de op
name in de overheidszegels, maakte dat
het oude schiIdbeeid van het Welfenhuis,
de leeuwen, verdween. Evenzo nam ook
Wilhelm I, uit het huis Hohenzollern, als
koning van Pruisen na 1876 het steige
rende ros voor het hertogdom Westfalen in
zijn groot veelveldig koninklijk wapen op.
De Tweede Wereldoorlog bracht een ver
andering in de indeling van het Duitse
Rijk. Er onstonden in West-Duitsland acht
deelstaten, waarvan er twee het Saksische
ros tonen. De deelstaat Neder-Saksen
koos in 1946 het springend paard op
grond van zijn herkomst en geschiedkun
dige ontwikkeling, hetwelk voor plaatsing
in het wapen, op de vlag en in het zegel
bij de wet van 13 oktober 1952 werd
vastgelegd. Bij een nieuw ontwerp van
het wapen en de vlag op 21 januari 1948
voor Nordrhein-Westfalen volgde ook
deze deelstaat de richtlijnen der historie.
Het werd in één der kwartieren een stei
gerend paard, dat op 16 maart 1953 wet
tig werd vastgesteld. Grenzend aan dit
Westfaalse gebied, komt het steigerend
Saksische ros sinds het opkomend streek-
bewustzijn in de twintiger jaren van deze
eeuw ook in Twente voor en heet daar
het Twentse ros.
Dat men in de wapenkunde het Saksische
ros terug voerde op Wittekind, daarvan
maakten ook enkele takken van het Huis
Savoye gebruik, namelijk de tak waarvan
leden van 1528 - 1659 hertogen van Ne-
dermoers waren en de tak der koningen
van Sardinië (1 718 - 1831In hun zeer
samengestelde wapen verscheen het ros
steigerend, omdat zij beweerden nakome
lingen te zijn van Wigbert, hertog derSak
sen in Engern en Westfalen. Laatstgenoem
de was de zoon van de grote Wittekind.
De tekeningen bij dit artikel zijn van de
auteur.
Literatuur
Ach lieve tijd - Duizend jaar Twentede
Twentenaren en hun dorpen en steden
Zwolle 1992-1994
ArndtJürgen (Bearbeitet von), Wappenbücher
des Mittelalters - Band 1, Das Wappenbuch
des Reichsherolds Caspar SturmNeustadt
an der Aisch 7 984
ChurchillWinston 5., Geschiedenis van de
Engels sprekende volkenAmsterdam/Brus
sel 1956
HeuvelH.W.Volksgeloof en Volksleven
Zutphen 1909
Huppprof. Otto, Deutsche Ortswappen, Bre
men z.j.
IsenburgWilhelm Karl Prinz zu, Europaische
Stammtafeln, Neue Folge Herausgegeben
von
Detlev SchwennickeBand 7, Die Deut-
schen Staaten, Marburg 1980
Kits Nieuwenkamp, H.W.M.J.(Elseviers) Ency
clopedie van de heraldiek
Amsterdam/Brussel 1961
LaarsT. van derWapensvlaggen en zegels
van NederlandAmsterdam 1913
Neubecker, Ottfried, Heraldiek - bronnen
symbolen en betekenisAmsterdam/Brussel
1977
J. Siebmacher's groBes WappenbuchRepro
graf ischer NachdruckBand 1/2/5/8
Neustadt an der Aisch 1978 1981/1975
1976
Sierksma, KL, De gemeentewapens van Neder
land, Utrecht/Antwerpen 1962
Stad Ier, K lemens, Deutsche Wappen Bundesre-
publik Deutschland, Band 2 5 7, Bremen
1966/1970/1972
Tadama, mr. R.W., Geschiedenis der stad
Zutphen, Zutphen/Schiedam 1856/1976
Teutoburgerwoud, Weser en Harz, waarin op
genomen Münsterland, Wiehengebergte,
Eggegebergte en de Omgeving van Kassei,
ANWB-reisgids, Den Haag 1978