hangen dat een van onze plechtige pro
cessies voorstelde: al onze religieuze or
den liepen er volgens rang in meein hun
habijt dat naar vorm en kleur verschilde
alsmede heel onze geestelijkheid, de bis
schoppen met hun mijter op het hoofd
de kardinalen in hun scharlaken kleeden
tenslotte de pausdie door tien mannen
op de pauselijke stoel werd gedragenge
kleed in zijn rijkste ceremoniële gewa
den. Daaronder was er niet één die niet
een dikke buik hadeen breed en vet ge
zicht, een rode huidskleur en een trots
gelaat, om maar goed te doen uitkomen
dat die lieden weliswaar versterving
preekten, maar zich zelf allerminst van
het goede onthielden. De weg die de pro
cessie ging liep uit op de hel, waar de
duivel hen met pracht en praal ontving.
Over een smal paadje, dat de brede pro
cessieweg kruiste en dat met keien en
doornen was bezaaid, liepen monniken
van allerlei kleuren die hun habijt en hun
scapulier wegwierpen. Luther en Calvijn
liepen daarbij voorop, bleek en vel over
bot. Ze bestegen de lange helling van een
hoge berg om uiteindelijk de heerlijkheid
van het paradijs te bereiken dat op de top
lag en waaraan heel de processie de rug
toekeerde. In plaats van om die dingen te
lachen, gruwde ik ervan. De houding die
mijnheer de La Curée en onze luitenant
jegens mij innamenen al die andere po
gingen om onze heilige godsdienst bela
chelijk te maken, wekten het verlangen in
me op om te vertrekken en zo snel moge
lijk, dat wil zeggen na afloop van de
krijgscampagne, weer naar Frankrijk terug
te keren. Maar zoals ik hierboven al heb
verteld voerden de Hollanders dat jaar
geen campagne. Alleen stuurden ze een
legerbrigade naar Rees, maar de compag
nie van Buhat maakte daar geen deel van
uit. Desondanks ging ik naar het leger
kamp, omdat ik had gehoord dat Goch
zou worden aangevallen. We wonnen
aanvankelijk, maar eerlijk gezegd hadden
we er niet veel plezier van.39 Ik keerde dan
ook terug naar Zutphen om mijn ontslag
te vragen en het schriftelijk in te dienen.
Onze luitenant gaf me daarop mijn congé.
Alle personen van aanzien die daar wa
ren zeiden me dat ze mijn vertrek zeer
betreurden. Toen ik ze allemaal verschil
lende keren had omhelsd, stonden ze
erop me tot ver buiten de stad te begelei
den. Daar begon het afscheidnemen op
nieuw, en tenslotte maakten we er een
eind aan. Wij, een jongeman uit de
Haute-Brie genaamd Beauvau40 en ik, gin
gen rechtstreeks naar Den Haag en ver
volgens naar Rotterdam waar we ons wil
den inschepen voor Calais of Dieppe
voordat het slechte weer kwam.
Prof.dr. W.Th.M. Frijhoff is hoogleraar
aan de Vrije Universiteit te Amsterdam.
Noten:
39 Op 18/28 september beraamde prins Fre-
derik Hendrik met behulp van veel Franse,
Engelse en Schotse vrijwilligers een aan
slag op Goch, maar deze ging uiteindelijk
niet door. Begin november werd de veld
tocht afgebroken en keerden alle troepen
uit het Kleefse naar hun garnizoenen terug.
Maurits trok via Zutphen naar Den Haag;
Baudartius, Memoryen, II, boek XV (1623),
p. 170.
40 Misschien een lid van de adellijke familie
Beauvau die talrijke militairen leverde. De
Haute-Brie ligt ten oosten van Parijs, rond
de stad Meaux.
20