ten14, maar plotseling begon het zo hard
te vriezen dat de schepen niet meer kon
den worden gebruikt. De touwen waren
zo diep bevroren dat er geen beweging
meer in zat. Toen de kou de vloot een
maal had lamgelegdmoest ook het land
leger zich terugtrekken. Zo liep dat plan
mishoewel die grote kapitein had ge
dacht dat het onfeilbaar was. Hij was net
terug in Den Haag toen men een samen
zwering tegen zijn persoon door de kin
deren van wijlen Barnevelt Johan van
Oldenbarnevelt] en een paar remonst
rantse predikanten ontdekte.'5 De Heren
Staten lieten laatstgenoemden ter dood
brengen. U hebt ongetwijfeld gehoord
hoe de Spanjaarden Oldenbarnevelt se
niorde landsadvocaaat van Holland die
bij het volk in hoge achting stond, wisten
te misbruiken.16 Om zijn spel beter te
kunnen spelensteunde hij een religieuze
sekte die door de predikant Arminius was
gesticht en die in Holland machtig ge
noeg was om er heel wat onrust en ver
deeldheid te zaaien.17 Toen mijnheer de
prins van Oranje de activiteiten van dat
heerschap ontdektedagvaardde hij hem
bevond hem schuldig en liet hem
straffen.'8 De mislukte aanval op Antwer
pen, de hoge kosten van Bergens ontzet,
de samenzwering tegen mijnheer de prins
van Oranje, de snelle opmars van het le
ger van graaf Tilly19de nederlaag van de
hertog van Brunswijk-Halberstadt20 - dat
Noten:
14 De Staten-Generaal in Den Haag? Met
vStaten' bedoelt Goulas nu eens de Staten-
Generaal, dan weer de Staten van Hol
land; voor een buitenlander was het ver
schil vermoedelijk niet erg duidelijk, aan
gezien Holland in de Staten-Generaal de
eerste viool speelde.
15 Op 6 februari 1623 werd een samenzwe
ring door Reinier en Willem van Olden
barnevelt, de twee zoons van de in 1619
terechtgestelde raadpensionaris Johan van
Oldenbarnevelt, ontdekt. Zij kregen steun
van o.a. dominee Hendrik Slatius, remon
strants predikant te Bleiswijk, en dominee
Bernard Dwinglo, oud-predikant van Lei
den. De Staten van Holland zetten de ko
lossale prijs van 4000 gulden op het hoofd
van de belangrijkste samenzweerders. Al
op 27 februari werden de eerste gevangen
genomen samenzweerders door het Hof
van Holland gevonnist en onthoofd. Zie
voor een uitvoerig verslag van de gebeur
tenissen: Willem Baudartius, Memoryen, II
(Zutphen, 1625), boek XV (1623), pp. 28
75; Willem Frijhoff, Wegen van Evert Wil-
lemsz. Een Hollands weeskind op zoek
naar zichzelf 1607-1647 (Nijmegen,
1995), pp. 107-115.
16 De schrijver plaatst zich hier wat naïef ach
ter de prinsgezinde propaganda die Olden
barnevelt van verraad betichtte. Zijn op
merkingen werpen een schril licht op het
succes van de prinsgezinde propaganda.
17 Bedoeld zijn de remonstranten.
18 Dit vonnis, op 13 mei 1619 na een uiterst
partijdig schijnproces voltrokken, staat nu
als een van de schanddaden uit onze ge
schiedenis te boek. Zie hiervoor Jonathan
Israel, The Dutch Republic: Its Rise, Great
ness, and fall 1477-1806 (Oxford, 1995),
p. 459.
19 Johan Tserclaes, graaf van Tilly (1559
1632), een Zuid-Nederlander, was de
meest succesvolle generaal van de keizer
en de Heilige Liga van de katholieken in
de Dertigjarige oorlog.
20 Christiaan van Brunswijk (1599-1626),
jongere broer van de hertog van Brunswijk-
Wolfenbüttel, was in 1616 benoemd tot ad
ministrator van het geseculariseerde bisdom
Halberstadt. Hij was een woesteling die het
land onbarmhartig brandschatte en de ka
tholieken te vuur en te zwaard bestreed. Hij
stond dan ook bekend als vder toller Haf-
berstadter'. In 1621-22 vocht hij onder
keurvorst Frederik V van de Palts (de Win
terkoning), in 1622 in Staatse dienst, in
1623 voor Nedersaksen. In mei 1623 trok
hij met 5000 man ruiterij en 20.000 voet
volk via Osnabrück naar zuidelijk Westfa-
len, waar hij op 27 juli (6 augustus nieuwe
stijl) bij Stadtlohn door Tilly verpletterend
werd verslagen. Tilly trok vervolgens door
de Achterhoek naar het Oldenburgerland:
Neede, Eibergen, Borculo en Winterswijk
werden gebrandschat of verbrand. Christi
aan van Brunswijk trok naar Bredevoort, en
vandaar naar Doesburg en Arnhem; wat
hem aan troepen resteerde, nam bezit van
de Liemers. Zie over Christiaan van Bruns
wijk: Neue deutsche Biographie, III (Berlijn,
1957), p. 226; en voor een nauwkeurig ver
slag van de gebeurtenissen: Baudartius, Me
moryen, II, boek XV (1623), pp. 119-129.
16