De binnenplaats van het weeshuis. Tijdel ijken Kerkenraad kennis te geven met verder last om den Heer Ma ire het besluit van den Kerkenraad te rapporte ren. p 31 juli werd de vergadering met de kerkenraad belegd, die door de maire was bevolen. Daar werd voorgesteld de weeskinderen uit te besteden. Een com missie, bestaande uit Ds. van Herwerden en de broeders Revelman en Wolters zouden een preadvies uitbrengen41. De datering van diverse stukken is wat ver warrend: het preadvies van de commissie Van Herwerden is gedateerd 25 augustus 1812, maar op 1 7 en 24 augustus werden al diverse besluiten genomen in overeen stemming met dit advies! De commissie adviseerde de weeskinderen voor de 1s,e november uit te besteden wegens den slechten staat der diaconie. De kosten van levensonderhoud waren in deze tijd zeer sterk gestegen en deze maatregel had in andere steden al aanmerkelijke besparingen opgeleverd en met goed succes voor de kinderen. Dit besluit zou gevolgen hebben voor het huisde meubelen en de suppoosten (in deze volgorde!). Het huis zou verkocht kunnen worden, maar de huizen waren toen wei nig waard. Dit gold vooral voor het wees huis zo wegens den slechten stand waar op het geplaatst is als anderszins. Boven dien zou de zaak niet meer teruggedraaid kunnen worden, wanneer men later zou willen besluiten de kinderen weer in één huis onder te brengen. De commissie adviseerde er woningen in te maken en te verhuren. De meubelen zouden voor 1 november verkocht moeten worden. De suppoosten waren de vader en de moeder en de naaister. De commissie had zich het meest verlegen gevondenminder wat de naayster, dan wel wat de vader en de moeder betreft. De vader en moeder waren op jaren gekomen en zouden niet meer op een andere wijze de kost kunnen verdienen, vooral door de lighaamsonge- makken van de moeder. Voorgesteld werd hen levenslang een jaarlijkse schadevergoeding, te geven, vrij wonen en een jaarlijks douceur. Daarvoor zou de vader dan de zorg hebben voor de rouwmantels en de doodslakens en be- 72

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2000 | | pagina 23