De twee panden in het midden zijn in 1947 afgebroken voor de uitbreiding van Thieme uitgeverij.
handicapte jongen, die in ieder geval niet
voor zichzelf kon zorgen. De diaconie
vroeg het Oude en Nieuwe Gasthuis hem
op te nemen, maar de provisoren van het
Gasthuis lieten weten, dat ze eerst toe
stemming voor opname moesten hebben
van de maire. Die toestemming werd
verleend. Marinus kon niet veel, maar
voor vee drijven zou hij bij het Gasthuis
wel gebruikt kunnen worden. Broeder
Wilten ging met rentmeester Rosegaarde
van het Oude en Nieuwe Gasthuis over
leggen wanneer Marinus mocht komen.
Op 20 april werd Marinus Schoezetter
bevolen om zich ten spoedigsten in 't
Oude en Nieuwe Gasthuis te vervoegen39.
Zelfs op de voedsel verstrekking werd
bezuinigd. Op een vraag van de maire
antwoordden de diakenen van Beek en
Wilten dat de dagelijksche consumptie
van het Huis hoofdzakelijk bestond uit
Roggenbrood en Euconomische soup. De
term "economische soep" wekt weinig
vertrouwen omtrent de kwaliteit40.
Eind mei 1812 bleek de administratie van
de afgetreden boekhouder van de dia
conie, Revelman, zeer onvolledig te zijn.
Er ging een oproep naar de crediteuren
om zich te melden. De maire bemoeide
zich er ook mee en vroeg zes weken later
een gespecificeerde opgave van de
schulden, de inkomsten en de uitgaven.
Hij wilde de opgave weliswaar over een
week ontvangen, maar de broederen
diaconen hadden negentien dagen nodig
voor ze de gevraagde gegevens konden
verstrekken.
Het einde van het Vreemde
Weeshuis
Op die dag, 28 juli 1812, viel het besluit
het weeshuis op te heffen:
Wordt na gehouden examinatie door den
Heer Maire besloten de kinderen van het
Diaconie Weeshuis te besteden en het
Huis te appropiëeren gebruiken voor
andere doeleinden) en hiervan aan den
71