Hierdoor keerde men zich impliciet tegen
Redding door Bezuiniging, die met eigen
kandaten voor de gemeenteraadsverkie
zingen kwam.
De Zutphensche Courant van 29 mei
1852 liet weten zich niet achter de her
verkiezing voor de Tweede Kamer van
J.P.P. van Zuylen van Nijevelt voor het
district Zutphen te kunnen stellen, gezien
diens stemmen voor de Gemeentewet en
de Wet op de Rentebelasting. De Ge
meentewet werd van conservatieve zijde
aangevochten omdat het de gemeenten te
weinig zelfstandigheid zou laten. Verder
zou volgens de krant Van Zuylen van Nij
evelt wel voor de voorgenomen Armen
wet stemmen. Het waren de anti-Thor-
beckeanen die zich altijd furieus verzet
hebben tegen deze Armenwet vanwege
de aantasting van kerkelijke rechten op
de armenzorg. Duidelijk blijkt ook hier
weer het anti- Thorbeckekarakter van de
Zutphensche Courant
Naar aanleiding van een verkiezing voor
een lid van de Tweede Kamer stelde de
Zutphensche Courant van 23 oktober
1852 dat het tijd werd om naast Redding
door Bezuiniging tot een tweede kiesver
eniging te komen met als argument dat
Redding door Bezuiniging bij verkiezin
gen de verdeelde meerderheid steeds
overtroefde wat tot onverschilligheid on
der het niet-liberale electoraat zou leiden.
Om dat te doorbreken moest een tweede
kiesvereniging redding brengen.
De door de krant gewenste concurrentie
van Redding door Bezuiniging is natuur
lijk het zoveelste bewijs van zijn anti
liberale houding. Dit komt nogmaals
overweldigend naar voren in een artikel
van 30 april 1853, naar aanleiding van de
val van het ministerie Thorbecke als ge
volg van de Aprilbeweging. Het hele arti
kel was een tirade tegen Thorbecke en de
zijnen. Het ministerie werd vooral een
gebrek aan Oranje-liefde verweten. Het
anti-nationale karakter van het bewind
werd onderstreept aan de hand van tal
loze voorbeelden.
Conclusie
Als men nogmaals aan zijn geestesoog
laat voorbij trekken welke opvattingen
Tadama, als stuwende kracht van de
Zutphensche Courant, erop nahield en
wat de politieke standpuntbepalingen wa
ren van deze krant en waar men voor
stander van was, dan dient onvermijdelijk
de conclusie getrokken te worden dat de
Zutphensche Courant de spreekbuis was
van de anti-Thobeckeanen.
Noten
1Bert Looper, 'De vergeten eeuw: Zutphen
1814-1918', in: Geschiedenis van Zutphen
(Zutphen 1989), 146.
2. Algemeen Rijksarchief (ARA), Collectie
Thorbecke, inv.nr. 62.
3. ARA, Collectie Thorbecke, inv.nr. 56.
4. H.J. Matthes J.Czn. 'Levensbericht van Mr.
Reinier Willem Tadama', in: Handelingen
der Jaarlijksche Algemene Vergadering en
van de Maatschppij der Nederlandsche
Letterkunde te Leiden 1860, 445.
5. De Briefwisseling van J.R. Thorbecke I,
1830-1833 G.j. Hooykaas met medewer
king van een werkgroep onder leiding van
J.C. Boogman ed. Rijks Geschiedkundige
Publicatiën, Kleine serie nr. 42 's-Graven-
hage 1975), nr. 411
6. R.W. Tadama, Geschiedenis der stad
Zutphen van de vroegste tijden tot 1795
(Schiedam 1976), XIII.
29