Via een omweg kwam de redactie in het bezit van een kopie van een "Dagverhaal" van de in 1727 te Haarlem geboren Jacobus Barnaart JuniorIn dit verslag komt ook de stad Zutphen voor. Jacobus wandelt hier in 1746. Het verslag wordt bewaard in het Gemeentearchief van Haarlem. Met dank aan Cécile van Boven die het dag- en reisboek getranscribeerd heeft. S'morgens vertrokken wij van Deventer na Zutphen met een afgehuurde wagen, alwaar wij het voornaamste bevonden hebben te zijn een mooye tooren op de hoofdwagt en het wijnhuis, dat aan malkander verknogt is, met een zeer mooi en lang spelend klokkespel, twee gereformeerde en een fransche kerk, die er allen van buiten zeer slegt uitzagen, de groote kerk ook van binnen, in de andere het grootste gedeelte op 5 schuiten leg gende op dezelve manier als de brug te Deventer. Als hier iemand dood is hangt er een lan taarn zonder ligt voor dat huis, een kleine als de doode een jonge en een groote lantaarn als de doode een oude is; deze stad is zeer wel gefortificeerd en met pa- lissaaden voorzien even als te Deventer; zijn wij niet geweest, daar is een zeer mooi stadhuis, in de stad is geen water als alleen een moolegragt, zogenoemd omdat het water aldaar zeer snel aflo pende eenige molens doet omdrayen, de brug over den IJssel is na mijn rek[ening] in 't ruw circa 290 Rh: voeten lang, voor zij heeft aan de eene zijde een gragt die na mijn meting circa 269 (doorgestreept is pakken) voeten lang is; de stad is, uit genomen eenige voorname huizen, slegt gebouwd, en voornamentlijk alle de dwarsstraaten zijn omt[r]end zo goed als onze vesten: 43 Uit het reisverslag van Jacobus Barnaart Junior te Haarlem

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2000 | | pagina 21