de landdrost, scholtus van Zutphen en Lo- chem en de richter van Doesburg) moesten verrichten. 6. Wildrik: de patriot Berend (ook: Barend) Wildrik (1 754-1831) promoveerde in de rechten te Harderwijk (1775), was advo caat te Zutphen, tussen 1 777 en 1 785 advocaat-fiscaal van het schoutambt Zutphen, en sinds 1 780 tevens advocaat fiscaal van de financiën en controleur van belastingen van het kwartier van Zutphen. Zijn vader Rudolph Wildrik (1710-1 794) was predikant te Wijhe en Zutphen 7. Heekeren tot Kei: de luitenant-stadhouder Jacob Derk Carel baron van Heeckeren, heer van Ruurlo, Lichtenberg, de Engelen burg en Keil (1 730-1 795), die een groot aantal ambten bekleedde, zoals kamerjon ker (1748-1 767), kamerheer (1767-1 780), lid van de Ridderschap van Zutphen (1752), raad van Groenlo (1 767) was in 1782 scholtus binnen en buiten Zutphen geworden en zou in 1784 tot landdrost be noemd worden als opvolger van Van Na gel I van Ampsen. 8. Crocceus: de zeer oranjegezinde Engelbert G.J. Crookceus (1 744- na 1 795) was zeer gehaat bij de patriotten, maar ook omstre den in eigen kring. Hij was plaatsvervan ger van de scholtus binnen en buiten Zutphen. 9. Rigter Dirksen: over richter Dirksen zijn mij verder geen gegevens bekend. 10. Engelschgezinden Cooymans: Petrus Koyman (voor 1 740-1816), zoon van de 'professor antiq poesie, conrector te Zutphen', was sinds 1775 rector van de Latijnse school te Lochem (waar hij in 1 777 ook een kostschool aan huis was begonnen), en vanaf 1781 tot zijn over lijden conrector van de Latijnse school te Zutphen. 11Moffenkind geboortig: bedoeld is Charles jean (Carel Johannes) Buser (circa 1755-voor 1805), die als ondermeester van de Franse school te Heusden solliciteerde naar de dubbelfunctie van ondermeester/organist te Lochem. Hoewel enkele sollicanten meer kennis van muziek hadden werd Buser begin november 1783 tot organist benoemd. 12. Greeve: een van de mede-sollicitanten voor de vacature organist/ondermeester te Lochem; verder niet geïdentificeerd. 13. Nadat patriotse burgers in Deventer in maart 1782 een petitie lieten circuleren om erkenning van de Verenigde Staten, eisten bijna 1.500 burgers afschaffing van de drostendiensten en zuivering van hun magistraat. Eind maart 1783 stemde de magistraat in met de vorming van een vrij korps. Over de begintijd van het vrijkorps is niet veel bekend, maar het is mogelijk dat Crookceus in Deventer verbleef om te genacties mede te organiseren. Met de 'Su per-Intendant' wordt verwezen naar de de orthodoxe calvinistische predikant en hoogleraar theologie Petrus Hofstede (1716-1803), die op doorreis naar Drenthe in Utrecht op 1 september 1783 op straat was gemolesteerd door leden van het Utrechts vrijkorps. 14. Boekverkoper Bakker, er is mij geen boek verkoper van die naam in Zutphen be kend. Mogelijk is het volgende bedoeld. In het najaar van 1783 benoemde de stad houder, op advies van Suideras, de prins gezinde bakker Jochem Vriesekolk tot ge- meensman van Zutphen, maar omdat hij zich in het verleden over de gemeensman- nen uiterst negatief had uitgelaten, accep teerde het college hem niet. Zijn benoe ming ging dan ook niet door. 15. Crintobardo: bedoeld is de Zutphense bur gemeester Gerard Everhard Opgelder. 16. Kondschappen: inlichtingen. 17. Capellen tot den Boedelhof: de patriotse Alexander Hendrik van de Boedelhoff (1732-1807) studeerde rechten te Leiden; hij was lid van de Zutphense Ridderschap (1 754), ordinarisraad van het Hof van Gelre en Zutphen (1 756-1779), was sinds 1779 richter van stad en ambt Doesburg. Hij ijverde voor aansluiting van de Repu bliek met Frankrijk. Deze broer van Robert Jasper van der Capellen van de Marsch, bewoonde de Boedelhof bij Warnsveld. 18. Het betreft hier de aankondiging van een fake-uitgave. De groote daaden van den Zutphensche Burgermoorder zal zijn be doeld als een pesterij gericht tegen Van Heeckeren van Suideras. 19. Samuel Kretschmer: de Emmeriker Samuel Kretschmer (1757-1817), vader van de latere wiskundige, gehuwd met Maria Jacoba Valckenier, was wijnhandelaar te Zutphen. Kretschmer, lid van de Beuker straat Compagnie, was in 1785 een van de ondertekenaars tegen de benoeming van Crookceus als gemeenslid te Zutphen. Met J.J.G. Meister en H. Tellering wilde hij een compagnie in wijnen oprichten, maar kreeg daarvoor van de magistraat, i.e. Suideras, aanvankelijk geen toestemming. 42

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2000 | | pagina 20