Wie kan zuik een taal omtrend zulk
een braaf Regent met onverschilligheid
aanhooren?
ZUTPHEN den 28 Octob. Zoo op
't oogenblik krygen wy hier de tyding,
dat de brave Wilderickh alhier, gelyk
hem beloofd was, met zyne Compagnie
Artelleristen niet in Garnizoen zal komen,
maar te Zwolwyl, gelyk men zegd, zyn
Broeder, die waardige Predikant alhier,
een goed Patriot is, en deszelfs Zoon zyns
Vaders Voetstappen alleredelmoedigst
volgd, hebbende die braave Jongeling on
langs voor zyn Fiskaals ambt bedankt, om
dat hy door den Heer HEEKEREN tot Kei7,
Scholtus binnen en buiten Zutphen
verhinderd wierd volgens Eed en Plicht,
een Fiscaalsactie te institueeren tegen die
3
3 1
i
In dit pandKorte Hofstraatwas de zaak van
Van Bulderen gevestigd.
wreedaards, welk de in en opgezeetenen
ten platten Lande, door allerlei snoode
bedrygingen hebben gedwongen tot het
teekenen van Diensten, of schoon ze al
door den Souverain mogten afgeschaft
worden. Eene Actie, die zeekerlyk op den
kop van den met regt gehaaten Stadhou
der Crocceus8 zoude t'huis gekomen zyn,
alzoo men thans zeeker weet, dat deezen
eerloozen, kunnende den eerlyken Rigter
Dirksen9 tot deeze snoode daad niet
beweegen, al zulke eerloozen als hy
zelve is, door beloften en geld heeft
overgehaald. Hoe ver gaat niet de wraak
van de Engelschgezinde Oranje factie
tegen de Braaven in den Lande!
LOCHEM. Den 20 Octob. Op Recom
mandatie van den Engelschgezinden
Cooymans]0, weleer Rector alhier, en nu
by de Gratie van den Landdrost NAGEL
Conrector te Zutphen, dog met het hoog
ste Regt, eerste Ondermeester der Eerste
Classe is hier, in plaats van een goed en
braav Ingezeeten deezer Lande, beroepen
tot Organist, een Moffenkind uit het
Nassauwsche geboortig.11 Hoe veel in
vloed deeze half Geleerde hier te Lochem
gehad heeft, en nog heeft, is genoegzaam
op te maken, uit al den twist en twee-
dragt, door hem, by zyne verkeering
alhier, gestookt tusschen den Man en
zynen Naasten, tusschen den Broeder en
Suster, tusschen Naastbestaanden en
Vrienden, zo dat zelfs nog in deeze Stad,
de band van Vriendschap, Broederlyke
Liefde, en gemeenzamen omgang ver-
brooken blyft, en nu op nieuw verwyderd
is, wyl door zyn toedoen, en dat van
eenen Greeve12, weleer Schoenpoetser
van den Landdrost, en nu Myn Heer de
Ontfanger, een braaf mans Kind, wiens
Voorouders met allen lof dit Ambt be
kleed hebben, en die in kunde, deezen
vreemden Mof verre overtreft, tegen alle
beloften en toezeggingen verscheide Re
genten, is voorbygegaan.
Trouwens, eenen enkelen Brief van
deezen gedugten Ondermeester, (die zich
overal beroemd, een Boezemvriend van
den Landdrost NAGEL en van den Bloed-
tapper HEEKEREN tot Zuideras te zyn)
38
a
l