zich van elkaar door het gemeentewapen
in de linker bovenhoek. Er zijn immers
geen twee dezelfde gemeentewapens.
Het idee was afkomstig van de Brabantse
rijksarchivaris J. Smit, die hiermee in de
eerste plaats bredere bekendheid wilde
geven aan de Brabantse blokkenvlag,
waarvan het gebruik toen in onbruik was
geraakt.
Noord-Brabant mocht dan weliswaar een
oude provincievlag bezitten, de meeste
andere provincies hadden anno 1938
geen eigen dundoek. Gelderland be
hoorde tot de grote groep provincies zon
der provincievlag. Nog in 1936 had de
Commissaris van de Koningin aan de
bibliothecaris van het Instituut voor
Scheep- en Luchtvaart in Rotterdam ge
schreven:
Een vlag van de provincie Gelderland
[is] nimmer vastgesteld. Officieus mag
worden aangenomen dat zij bestaat uit
twee liggende banenboven geel, be
neden blauw.
Gelderse gemeenten
Deze onofficiële vlag stond model voor
de vaandels die het Comité Jeugdhulde
1938 voor de Gelderse gemeenten in ge
dachten had. Elke Gelderse gemeente
werd naar het Olympisch Stadion afge
vaardigd met een geel-blauw doek, met in
de linker bovenhoek het gemeentewapen.
Warnsveld met het in 1853 namens de
koning verleende wapen. Het vaandel
van Zutphen werd gesierd met het wapen
dat de stad op 20 juli 181 6 van de Hoge
Raad van Adel had gekregen.
De officiële, heraldische omschrijving
van het Warnsveldse wapen luidt volgens
de beschikking van de minister van
Binnenlandse Zaken van 21 maart 1853,
nr. 254: "Een schild van sinopel, beladen
met eenen naakten, omgorden, gebaarden
en gevleugelden linkszienden afgod, in
elke hand eene slang houdende, alles van
zilver, staande op een liggend rad van
goud". Sinopel is de in de heraldiek ge
bruikelijke benaming voor groen.
De afgevaardigden van het défilé voor
koningin Wilhelmina namen na afloop
Op basis van de in 1958 verstrekte gegevens werd deze vlag in 7 962 opgenomen in het
Nederlands Vlaggenboek'. Twee even hoge banengroen en geel, met aan de stokzijde een
vertikale witte baan, met daarin het gemeentewapen, (foto: Stadsarchief Zutphen).
84