t7 In de kap zijn bij het onderzoek een tweetal hijsraderen aangetroffen; een exemplaar aan de Lange Hofstraatzijde met geleidegaffels en één aan de Kolenstraatzijde waarbij het bedieningstouw door een geleidesleuf loopt die later is aangebracht. Dit rad is compleet en bijzonder. Het enig ander bekende hijsrad met een geleidesleuf hangt aan de andere zijde van de Kolenstraat op nummer 7. aangetroffen die een reconstructie van de hoofdvorm mogelijk maken. Het betreft een geschouderde tuitgevel gedekt met ezelsruggen. Dit type is zeer kenmerkend voor Zutphense gevels uit de late Middel eeuwen. Splitsing Uit aanvullend archiefonderzoek is vast komen te staan dat in of kort voor 1523 het eigendom van het brede pand in de lengte vertikaal opgesplitst is3. De oudste vermelding van het brede pand dateert uit 1460; op de hertogelijke tijnslijst staat dan als eigenaar Lubbert van Herwen (=Kervenhem) vermeld. In 1485 bewoont zijn vermoedelijke zoon Gerrit van Kerven- hem met zijn vrouw en Jutte het pand. Een aantal jaren na het overlijden van Gerrit gaat het huis in 1493 over in handen van Hendrik Vust, die het in 1504 ver koopt aan Jan Kremer van Elten, gehuwd met Fieke. In 1517 is Fieke weduwe en in 1.523 wordt het huis gedeeld; het gedeelte op de hoek gaat als vaders erfdeel naar de kinderen Thonis en Armgart. In 1530 wonen Werner Kaelsack en Antonia in het gedeelte van Fieke. Op de begane grond is als afscheiding tussen linker en rechter gedeelte een eiken houten stijl- en regelwerk met daarin opge nomen een deurkozijn bewaard gebleven dat als binnenscheidingswand waarschijn lijk nog van voor de splitsing dateert. Een vergelijkbare scheidingswand door invulling van de langsondersteuning met 'vakwerk' is ook in Korte Hofstraat 1a en Beukerstraat 65-67 aangetroffen, n de tweede helft van de 1 7e eeuw wordt het gehele huis verhoogd met een extra verdieping; er komt dan een geheel nieuwe zolderbalklaag die ook opgebouwd is uit eiken moer- en kinderbinten. Aangenomen mag worden dat deze verhoging een ge zamenlijk initiatief van de beide eigenaren geweest is; kennelijk heeft de eigenaar van het rechter gedeelte daarvoor meer geld te besteden, want hij laat de kinder binten m de moerbinten opleggen daar waar de buurman genoegen neemt met de eenvoudiger en minder fraaie oplossing door de kinderbinten over de moerbinten heen te laten lopen. Vanzelfsprekend diende ook de voorgevel aan deze verhoging aangepast te worden; omdat de oorspronkelijke Gotische voorge vel al ruim boven het dakvlak uitgebouwd was kon mede door aanpassing van de dakhelling het noodzakelijke metselwerk tot een minimum beperkt blijven. Op een prent van Jan de Beijer uit 1744 van de Groenmarkt, de Wijnhuistoren en de Lange Hofstraat is deze topgevel nog aanwezig. Details zijn echter niet weergegeven. Grote delen van de voor deze modernise ring gesloopte kapconstructie - waaronder vele rechthoekige sporen en doorgezaagde gebinten - worden verwerkt in de nieuwe kap. Deze kap krijgt hierdoor en vanwege het toepassen van een flauwe dakhelling van slechts zo'n 45 graden een nogal ver- 55 I - i

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1999 | | pagina 9