Op 1 januari 1929 worden de zes perso neelsleden die in dienst zijn bij de IJssel- centrale met standplaats Zutphen door de gemeente overgenomen. Het zijn de he ren: L. van den Beukei, hoofdopzichter, J. Stoltenberg, boekhouder-kassier, T.J.A. Tiedink, kantoorbediende, A.J.W. Wel- mers, monteur 1e klas, J.W. Kaspers en J.W.H. Kaspers, beiden monteurs 3e klas. In een brief aan het college deelt de hoofdopzichter mee dat de dagelijkse schoonmaak van het kantoor tijdens het beheer door de IJsseicentrale aan hem, te gen vergoeding was opgedragen. Dit is tot nu toe zo gebleven. Hij wil weten of het college dit zo wil laten of de voorkeur geeft aan een schoonmaakster. De direc teur wil wel op dezelfde voet doorgaan. Een huisgenoot van hem verricht de da gelijkse schoonmaak en een werkster ver richt zaterdags voor zijn rekening de overgebleven werkzaamheden. Mocht de huidige situatie gecontinueerd worden dan stelt hij het wel op prijs als het in 1914 vastgestelde bedrag van ƒ2- per week wordt verhoogd. Op 2 januari 1930 laat het college weten dat de zaak kan blijven zoals die is en dat de vergoeding verhoogd zal worden naar 3.- per week plus een vergoeding voor gebruikte materialen. Dit laatste door overlegging van een kwitantie. Tegen het einde van het jaar wordt door de gemeente op de dan nieuwe pui van de boekbinder Brincker in de Beuker straat een elektrische lantaarn aange bracht. De economische toestand in het begin van de jaren dertig is mede oorzaak van stagnatie van de groei. In 1933 wordt be sloten de bestaande transformatorzuilen langzamerhand te vervangen door hoog spanningsruimten. De eerste die vervan gen worden zijn de zuilen aan de Boomp- jeswal en de Marspoortstraat. Een moeilijk heid is om een geschikte plaats te vinden waar dat gerealiseerd kan worden. In 1935 is het aantal aansluitingen geste gen tot 4.784 met een totaal verbruik van 3.146.872 kWh. Drie hoogspanningsruimten, twee ter ver vanging van zuilen en één omdat de hui dige ruimte niet voldoet, worden in 1937 in gebruik genomen. Het verbruik over 1939, het laatste volle jaar voordat de Tweede Wereldoorlog ook Zutphen in zijn greep krijgt, bedraagt 3.786.340 kWh. Periode 1940-1945 Bij de inval van de Duitser worden bijna alle bruggen opgeblazen. Hierdoor wor den ook diverse kabels vernield waardoor de levering van stroom bijna volledig on mogelijk wordt. Slechts één hoogspan- ningsvoedingskabel blijft heel. Daardoor kan aan de wijken ten oosten van de sin gels nog stroom worden geleverd. De aansluitingen van een veertigtal wonin gen moeten buiten bedrijf worden gesteld door beschadigingen aan die huizen. Op 11 mei wordt met de herstelwerkzaamhe den begonnen en de volgende dag is men zover gevorderd dat er aan de stad weer stroom geleverd kan worden. De Hoven kan, wegens de vele beschadigingen daar, slechts geleidelijk ingeschakeld worden. Het eerste oorlogsjaar geeft meteen al een veel lager verbruik te zien: er wordt 3.451.184 kWh verkocht. Tegen het eind van het jaar lijkt het erop dat het gebruik van de industrie weer wat zal toenemen. Maar het huishoudelijk verbruik is door de verduisteringsmaatregelen erg ongun stig, mede omdat in de winkeletalages geen licht meer mag branden en de zaken zelf maar spaarzaam verlicht mogen worden. n de eerste jaren van de oorlog blijft het verbruik dalen. In 1943 is er een lichte stijging door levering aan de Duitse Wehrmacht. n 1944 beginnen de moeilijkheden pas goed. Bij de ontploffing van de munitie- trein op het emplacement raakt het dienstgebouw ernstig beschadigd. In de tuin van het ziekenhuis aan de Coehoorn- singel wordt een hoogspanningskabel ge troffen. 62

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1999 | | pagina 16