van de stedelijke gemeenschap verbeeldt. Als zodanig zal ze alles overleven zolang Zutphen bestaat, en als zodanig mogen wij er trots op zijn. Guicciardini zag een andere kerk dan wij, en toch was het dezelfde. Dat het een overoude, nobele tempel is kunnen wij hem nazeggen: een schitterend ge bouw, dat in zijn ouderdom heel de ge schiedenis van de stad samenvat en ons steeds weer opnieuw tot bewondering, overpeinzing, genot, en - voor sommigen van ons, misschien meer dan we geneigd zijn te denken - ook tot geloven brengt. Moge dit boek ons daarbij helpen, elk op zijn eigen, onvervangbare wijze. Want zoals in het huis van de Heer vele wonin gen zijn, is deze kerk zo rijk dat iedereen er zijn eigen, persoonlijke plaats kan vin den. Noten 1 Dit werd geschreven en uitgesproken voor dat ik zelf het hele boek gelezen had. De le zer zal daarin (p. 156-158) ontdekken dat de kroon vermoedelijk niet boven het graf van de graaf maar bij een Mariabeeld heeft gehangen, wellicht in de Raadskapel, en dat ze vermoedelijk ook voor die cultus is ver vaardigd - een bewijs temeer voor het be lang van de verering van Onze Lieve Vrouw als stadsheilige. Sedert de voltooiing van mijn bijdragen werd ik ook nog gewezen op een in Zutphen onbekend gebleven passage in J.A.F. Kronenburg, Maria's heerlijkheid in Nederlanddeel II (Amsterdam, [1904], 336-338, waarin naar opgave van K.O. Meinsma (uit een niet nader aangegeven document in het archief) een volledige lijst wordt gepubliceerd van de kostbaarheden van het Mariabeeld in de Raadskapel die in 1572 door de troepen van de graaf van den Berg waren geroofd: mantels, kronen, sie raden en kleinodiën, naast een aantal zilve ren objecten (scheepjes, vissen, menselijke figuren) die votiefgeschenken zullen zijn ge weest en op een verering van Maria met vormen van gebedsverhoring wijzen. Ook dit onderstreept nog eens de centrale plaats van Onze Lieve Vrouw in de stad. 30

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1999 | | pagina 8