Willem Frijhoff Op 25 februari 1999 werd een nieuw boek gepresenteerd. Het was niet zo maar een boek: de geschiedenis van Zutphens oudste kerkde Sint Walburgiskerk, wordt er uitvoerig in beschreven. Eén van de redactieleden van dit boek was prof. dr. W.Th.M. Frijhoff uit Amsterdam (VU). Bij de presentatie van dit boek heeft hij een toespraak gehouden1De tekst ervan heeft hij beschikbaar gesteld voor publikatie. Wij zijn hem daar zeer dankbaar voor. Toen de Florentijnse edelman en ambas sadeur Lodovico Guicciardini in 1588 bij drukker Plantijn te Antwerpen de derde uitgave van zijn beschrijving van de Ne derlanden publiceerde, voegde hij aan het lemma Zutphen toe hoe verrukt hij was over de Sint-Walburgiskerk aldaar. Hij noemt haar un Templo molto nobile et antico du struttura et fattione, benche si a a posta edificato alquanto oscuroa uso, et imitatione di quei primi tempi che la Religione Cattolica incominciö a fiorire, vertaald: Het is een zeer edele tempel [hij bedoelt een statigeprachtige kerk], overoud naar aanleg en bouwzij het wel een beetje donker gebouwdzo als gebruikelijk was in de oude tijden toen de katholieke religie begon te bloeien. Om meer dan één reden is dit een be langrijk getuigenis. Guicciardini sprak uit persoonlijke ervaring, en zulke getuige nissen van buitenlanders zijn zeldzaam voor Zutphen, zeker vóór de definitieve overgang naar de Reformatie. Het is ook het oudste getuigenis van een bezoeker dat iets zegt over de sfeer die in de kerk hing - en tegelijk is het het laatste dat ons iets over de katholieke fase van de kerk vertelt, want drie jaar later werd de kerk aan de Nederduitse Gereformeerde [we zouden nu zeggen: Nederlandse Her vormde] Gemeente toebedeeld en werd het interieur ingrijpend veranderd. Niet alleen werd bijna alles wat los en vast zat op kortere of langere termijn verplaatst, verhuld of gesloopt, vooral ook werd de kerk grondig heringericht. De crypte en het oxaal, de koorbanken en de altaren, en veel van de gebrandschilderde ven sters en de beeldhouwwerken verdwe nen, net als de befaamde reliek van Sint Justus, en de devotionalia bij het beeld van stadspatrones Onze Lieve Vrouw, zo als de zilveren papegaai, de zilveren scheepjes en de wijgeschenken, de bro katen mantels, de hafsbanden met edel stenen en de gouden kettingen om het Mariabeeld. Er kwam een geheel nieuwe ruimte tot stand waarin de middeleeuwer de aloude somberte, de sfeervolle sche mer van beschotten, opbouwseis, meubi lair en beglazing niet meer zou herken nen. De nieuwe ruimte ontwikkelde stukje bij beetje haar eigen betovering. Terwijl in de middeleeuwse kerk Onze Lieve Vrouw in de Zonnekrans het licht symboliseerde, stroomt het licht nu zelf vrijelijk de ruimte binnen en maakt het een bezoek op een stralende dag tot een onvergetelijke ervaring. De schitterende, lichte ruimte die de kerk ons nu biedt, doet - veel beter dan in de Middeleeuwen - het gebouw in zijn totaliteit tot zijn recht komen. Maar ze spreekt niet meer van de oude geledingen waaruit het is opge bouwd: het koor van het kapittel, het schip van de parochie, de kapel van de raad, de koorkapellen van de gilden en andere stichtingen, zonder nog te spreken van de thans geheel verdwenen crypte en van de ruimte die voor het grafelijk graf met zijn lichtkroon was gereserveerd. 25 Een zeer nobele tempel...

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1999 | | pagina 3