Het kantoor van de IJsselcentrale (P.G.E.M.) aan de Deventerweg. apparaten die nodig zijn voor het over brengen van de stroom van de centrale naar het plaatselijke net. Naast de al in gebruik zijnde cellen zijn er nog vier be schikbaar voor uitbreiding. Twee cellen zijn voor meting ingericht; zelfregistre- rende meters geven automatisch het ver bruik van het plaatselijke net en de hoogst mogelijke belasting aan. Van het onderstation gaat een kabel met een spanning van 10.000 volt naar de stad. Daar wordt hij ingevoerd in vier transformatorzuilen die op diverse punten in de stad, o.a. in de kelder van het Bu reau Gemeentewerken, staan. In die zui len wordt de stroom omgezet van hoge naar lage spanning: 216 volt voor kracht en 125 volt voor licht. Vanuit die punten gaan de kabels naar de woningen. Voor lopig worden alleen de hoofdstraten aan gesloten. Verkoop en uitbreiding De verkoop van stroom loopt vanaf het begin goed. Dat is mede te danken aan de gemeenteraad die op 11 januari 1915 besluit dat gedurende 12 maanden de lichtstroom geleverd zal worden tegen een prijs van 14 ct. per kWh voor dfe installaties die voor 1 juli zullen zijn aan gesloten. Het hoogspanningskabelnet (10.000 volt draaistroom) heeft eind 1915 een lengte van 3.610,20 meter, het laagspanningsnet inclusief de huisaansluitingskabel telt dan 7.930,90 meter. Het aantal aansluitingen bedraagt dan 125 met een gezamenlijke capaciteit van 254 kW In diverse bedrij ven staan dan 65 elektromotoren. Het aantal aansluitingen blijft toenemen. In 1917 is dat aantal vrij spectaculair om dat de raad in januari met algemene stemmen besluit de installaties gratis be schikbaar te stellen en elektromotoren te verhuren. In de zomer en in september en oktober neemt het aantal aansluitingen ook toe door de dan geldende gasbeper- king3. Wegens de abnormale stijging van de materiaalprijzen moet dit project helaas vroegtijdig stopgezet worden. Alleen pan- 41

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1999 | | pagina 19