Bron vermeldingen: 1327: Tadama, TR, nr. 957, mogelijk be trekking hebbend op deze stichting altaar St. Paulus en Matthias SAZ, vicarieën, Petrus en Paulus altaar 1424: SAZ, vicarieën, Petrus en Paulus altaar 1471Tadama, TR, nr 1091vicaris van Petrus en Paulus 1485: Wijnaendts van Resandt, 119. OAZ, inv.nr. 1162, vicaris heer Derrick Roese 1505: Tadama, TR, nr 1166, vicarieën van Paulus, Ludger en cunera 1565: SAZ, vicarieën, Petrus en Paulus altaar 1571Hattink, 83, vicarius s. Petri et Pauli Apostolorum Theodoricus Blanckelil, non residet. corpus circiter xxxv flor. B: Blanckebyl en vij flor 12. vicarie St. Laurens vicarie van St. Johan Baptista en St. Laurentius Volgens de volgorde van de Acta Visita- tionis is de plaats van dit altaar vermoe delijk de oostzijde van het zuidertransept. Bron vermeldingen: 1464: Wijnaendts van Resandt, 202; OAZ. inv.nr. 881vicaris van St Johan Baptista en St. Laurentius heer Gerrit van Herven 1549: GAZ, vicarieën, Laurentius en Joh. de Doper altaar 1571: Hattink, 83, vicarius S. LaurentiJ D. Nicolaus Merckinck. Corpus circiter xxxv flor 13. vicarie St. Andreas vicarie St. Andreas en Mattheus Volgens de volgorde van de Acta Visitatio- nis en de aanduiding "bij de trappen" ver moed ik dat de plaats van dit altaar stond tegen de westzijde van de zuidoostelijke vieringspijler, omdat dat het dichtst bij mogelijke trappen van het koor en viering is. De vloer van de viering moet minstens één meter boven de vloer van het schip hebben gelegen, te oordelen naar het niveau van de vloer van het schip en de zijbeuken. Ik ga er vanuit dat de viering trappen heeft gehad in ieder geval aan de noord en de zuidkant, zie voor de rede nering hiervoor bij het altaar van St. Seve- r(in)us. Bron vermeldingen: 1327: Tadama, TR, nr. 957, stichting altaar vicarie St. Andreas en Mattheus 1486: SAZ, vicarieën, vooraan bij het koor aan de zuidzijde 1554: KBK, N.G. 20, rechterzijde van het koor bij de trappen 1571: Hattink, 83, vicarius S. Andree D. Andreas Kranenborch, residet primissarius. Corpus habet propriam domum et circiter xix flor Verder noemt Meinsma (coll) deze kapel als eerste kapel aan de zuid zijde en oppert Schenk de mogelijk van een plaats in het transept. 14. vicarie St. Ludger e.a. vicarie van Ludger, Cunera en Walburgis Dit altaar heeft vermoedelijk tegen de west zijde van de oostelijke pijler in de door gang van het zuidertransept en de zuider- warkapel gestaan, of tegen de oostwand van de zuiderwarskapel, de huidige Anna- kapel, of tegen de westzijde van de zuid oostelijk vieringpijler. Deze plaatsen passen op zich in de volgorde van de Acta Visitation is. Het wapen van Herman Bus hof, de stichter van de vicarie, bevindt zich in het gewelf van het zuidertransept. Bron vermeldingen: 1505: Tadama, TR, nr. 1166, vicarieën van PaulusLudger en Cunera (ruiling tussen Paulus en Ludger enCunera?) 1571Hattink, 83, vicarius 5. Ludgeri et aliorum D. Petrus a Stienbargen, residetcustos ecclesiae. Non est particeps omnium presentiarum ecclesiae; habet enim circiter xl flor Zie ook Lindebom, 220. 15. vicarie S. Simon en Judas Dit altaar heeft vermoedelijk gestaan tegen de westzijde van de zuidoostelijke vierings pijler, of de vijfde pijler van het schip aan de zuidzijde. Dit past in de volgorde van de Acta Visitationis. Het is een van de twee plekken tussen de zuidertransept 15

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1999 | | pagina 17