een aandrijfriem aangedreven door een elektromotor. Kleinere hoeveelheden werden met de hand gemengd in een zin ken teil. Denkend aan deze verdieping komt bij mij de geheimzinnige sfeer boven die hier voor mijn gevoel hing. Het was hier altijd wat schemerig. Misschien kwam het ook wel door de kast met de gekleurde flessen met voor mij geheimzinnige grondstoffen. Ik mocht als kind hier ei genlijk niet alleen komen. Zoals al gememoreerd bevonden zich op deze verdieping ook de voorraadbakken voor de twee vul machines van de eerste verdieping. Verder stond er nog een bas cule met de bijbehorende gewichten. Die bascule kan ik me nog goed herinneren, aangezien mijn vader mij daar als kind meerdere keren op heeft gewogen. Ik be greep niet hoe hij dan uiteindelijk mijn gewicht berekende met die paar gewich ten op het plankje. Rest mij nog de zolderverdieping te be schrijven. De zolder, een donkere en stof fige ruimte, was direct onder het pannen dak gelegen. Je kon er met een vaste trap naar toe, maar je moest halverwege geko men wel een luik openduwen dat het trapgat afsloot. Op de zolder was een klein raampje waardoor je naar de achterkant van de huizen aan de markt kon kijken. Hier be vond zich allerlei verpakkingsmateriaal; verder een aantal afgedankte spullen en een houten hijsrad. Middels dit hijsrad konden met handkracht de zakken meel van de straat naar de eerste en de tweede verdieping worden gehesen. Hoe groot de productie van de pudding- fabriek in al die jaren was, is niet bekend en ook niet meer te achterhalen. De oor logsjaren waren voor de grossierderij en de puddingfabriek slechte jaren. Volgens mijn moeder verkochten ze wat ze nog hadden en verder was er weinig te doen. Tante jo, met op de achtergrond de grossierderij in de Barlheze 79

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1998 | | pagina 9