deze machine te gebruiken wanneer het
om grote aantallen pakjes ging en daarbij
moest je dan met meerdere personen
zijn. Het plakken gebeurde toen alleen
nog maar handmatig; volgens mijn vader
ging dat bijna net zo snel.
Verder stond in deze ruimte een vul ma
chine. De machine heeft dienst gedaan
tot in het begin van de jaren '50. Vaag
kan ik mij herinneren, dat ik mijn vader
de machine zag bedienen.
Verder zie ik in mijn herinnering nog een
andere persoon voor deze machine zit
ten. Dat moet Beekman geweest zijn, die
voornamelijk in de fabriek werkzaam
was. Dat was in de jaren 1948/49.
Die machine woog de hoeveelheid pud
dingpoeder af en deponeerde die in het
zakje dat de persoon, die de machine be
diende onder de vulopening hield. De
machine werd met de voeten bediend.
De snelheid van het vullen werd dus niet
door de machine bepaald, maar door de
persoon die de machine bediende. Mijn
vader vertelde dat Beekman heel handig
omging met deze machine.
Op de tweede verdieping bevond zich
een grote houten bak met een houten
deksel. Daarin bevond zich een grote zin
ken voorraadbak, die trechtervormig uit
liep in de op de eerste verdieping gelegen
vuimachine.
In later jaren werd deze vuimachine niet
meer gebruikt, omdat de aantallen niet
meer van dien aard waren dat het lonend
was om de machine in gebruik te nemen.
Mijn vader kon, volgens zeggen, met de
hand bijna net zo snel de zakjes vullen
als de machine en dan hoefde hij na af
loop niet een heel apparaat schoon te
maken.
Ook stond op deze eerste verdieping een
andere vuimachine (met een koperen vul-
bak). Deze stond eveneens in verbinding
met een grote (vul)bak op de tweede ver
dieping. Ik heb deze machine nooit in
werking gezien. Voor zover ik mij kan
herinneren, vertelde mijn vader mij dat
deze machine niet altijd het juiste ge
wicht afwoog. De andere vuimachine
deed dienst als vervanger (en was dus la
ter dan 1933 aangeschaft).
In de buurt van de vuimachine stond een
stapel houten kistjes. Die werden gebruikt
om de gevulde zakjes in te zetten. En in
een later stadium om pakjes, die gelijmd
waren, in vast te zetten om de lijm goed
te laten drogen.
Voor zover ik kan nagaan heeft de pud
dingpoederfabrikant Johan Rietberg hier
een groot deel van de jaren '50 in zijn
eentje gewerkt. Volgens zeggen vond hij
het wel leuk wanneer er iemand langs
kwam, maar vond hij het niet erg om
daar in zijn eentje te werken. Zakelijk ge
zien wel, maar het was nu eenmaal reali
teit dat er minder puddingpoeder werd
verkocht.
De laatste jaren van het bestaan van deze
fabriek bracht hij heel wat uurtjes door
met het vullen van zakjes kristalsuiker.
Hij droomde vast wel eens van een grote
machine die die zakjes automatisch vulde
en ook dichtplakte, maar die droom is
nooit uitgekomen.
De tweede verdieping werd meel- of
mengzolder genoemd. Hier werden de te
verwerken zakken meel naar toe getakeld
met behulp van een houten hijswiel. Via
een vaste trap ging je naar deze verdie
ping. Je kwam eerst in een donkere
ruimte, waar zich ook de trap naar de
zolderverdieping bevond. Je ging naar de
meelzolder door een deur die eigenlijk
altijd open stond.
Gelijk om de hoek was een kast met
schuifdeuren. Hierin stonden flessen en
bussen met verschillende grondstoffen
(ondermeer smaak- en kleurstoffen), die
nodig waren voor de bereiding van pud
dingpoeders. Verder lagen hier de schrif
ten met recepten voor de bereidingswijze
van puddingpoeders en andere produc
ten.
Voor het mengen van grote hoeveelheden
bloem (voor bijvoorbeeld zelfrijzend bak
meel) werd een grote houten mengmolen
gebruikt. De grote mengtrommel (met
daarin een zeef om de eventuele onge
rechtigheden uit te zeven) werd middels
78