Er zijn verschillende boten (vaartuigen) geweest met de naam Zutphen. Op deze foto - vermoede
lijk op de Berkel gemaakt - vaart een herengezelschapmet vooraan de motorboot Zutphen. Deze
was tegelijk sleepboot voor de andere bootjes.
voel door een eigen visie te geven op de
ligging van het door de Romeinse schrij
ver Tacitus genoemde eiland van de Bata
vieren. Terwijl de Hollandse historie
schrijvers intussen hadden gesteld dat
hiermee Holland was bedoeld, hetgeen
hun van de oudste rechten in Nederland
boven de grote rivieren verzekerde, pro
beerde Geldenhouwer aan te tonen dat
hier de Betuwe mee werd bedoeld, zodat
in zijn visie de Geldersen het oervolk van
Nederland werden. In de toenmalige po
litieke verhoudingen was dat méér dan
een Spielereihet ging om politieke auto
nomie, om reële privileges, om medezeg
genschap, om kwesties van gewestelijk
beleid. Bijna een eeuw later, in 1597,
stelden de Staten van Gelre en Zutphen
een officiële geschiedschrijver aan in de
persoon van Paulus Merula. Door allerlei
redenen vertraagd verscheen de eerste
Geschiedenis van Gelre echter pas in
1 639, in het Latijn, onder de pen van
Isaac Pontanus, professor in Harderwijk.
In 1654 publiceerde Arend van Slichten-
horst een aanzienlijk uitgebreide en bij
gewerkte Nederlandse vertaling onder de
titel Gelderse geschiedenissen - in het
meervoud, want het ging nog niet om een
aaneenrijging van gebeurtenissen, wa
penfeiten en beleidsmaatregelen die
evenzoveel episoden in de geschiedenis
van Gelre vormden. Ook in die geschie
denis staat de Gelderse identiteit voorop:
het is zowel een beschrijving van land en
volk van Gelre als een geschiedverhaal
van het gewest, zijn vorsten en steden, en
hun grote daden. Ruim anderhalve eeuw
zou dat werk het referentiepunt van het
Gelders geschiedbewustzijn blijven. Eerst
in de negentiende eeuw verscheen een
nieuwe Historie van Gelderland (1814),
van de hand van de historicus Van Spaen.
Zij bleef echter onvoltooid.
De martelgang van de meest recente Ge
schiedenis van Gelderland, waarvan het
eerste deel in 1966 verscheen, het
tweede in 1975, en het derde na 21 jaar
nog steeds onderweg is, laat zien hoe
51