tenschap, of een voorwerp van kennis al
leen, maar een eigenaardig, op zichzelf
staand verschijnsel, dat wij best een
leveneen zijn in God kunnen noemen',
werd in WiL het 'perfectionisme' in de
theologie van de 'Groningers' geadstru
eerd. Rede en gevoel moesten beide, in
een bijna mystiek verband, hun plaats
krijgen in het leven van predikant en ge
meente.
De al vaker genoemde kerkhistoricus
Vree schrijft in zijn dissertatie terecht dat
Van der Loeff één van de meest op de
voorgrond tredende 'Groningers' is ge
worden.58 Dat kwam mijns inziens niet al
leen door zijn publicitaire arbeid. Verge-
ijken we hetgeen Keiser, en mét hem de
auctor intellectualis van de 'Groningers'
Hofstede de Groot, in het algemeen van
de predikant verwachtte, met de activitei
ten van onze hoofdpersoon Rutgers van
de Loeff, dan treft ons weer die donatisti-
sche trek: aan prediking, catechese en
pastoraat in zeer ruime zin gaf hij - voor
beeldig- veel aandacht. Vorm en in
houd van zijn preken waren erop gericht
de gemeente duidelijk te maken wat er
nodig was voor de opleiding naar de ge-
Portret van de Groninger Petrus Hofstede de Grootin 1884 gemaakt door de kunstenaar
J.H. Egenberger. (Foto: Iconografisch Bureau)
29