Mr. Th.L. van der Veen Stadsreiniging en vreemdelingenbeleid in Zutphen twee eeuwen geleden De heer Van der Veen is al sinds jaar en dag lid van onze vereniging. Als geen ander is hij ook op de hoogte van de geschiedenis van het rechtvan wetten en bepalingen in de stad. Dat bracht zijn beroep met zich mee. Nu hij wat meer vrije tijd gekregen heeftbrengt de heer Van der Veen nogal wat tijd door op zolders en archiefruimten van de rechtbank. Bij één van die bezoeken stuitte hij op reglementen van de stad die voor hem zó interessant lekendat hij er een artikeltje van maakte voor ons blad. Stadsreiniging in onze dagen is de aanwezigheid van zwerfvuil op straten en in plantsoenen een bron van ergenis voor veei mensen. Dat zwerfvuil wordt in de hand gewerkt door verpakking van etenswaren en dran ken in plastic of in blikjes. Nu had de stad Zutphen ruim 225 jaar geleden óók al een vuilnisprobleem waarbij men moet bedenken dat men in die tijd (het gaat om het jaar 1772) geen riolering kende en evenmin een waterlei ding. Verwarming moest plaats vinden door het stoken van hout en turf. Omdat vroeger regels over het schoon houden van de straten van de stad in ve lerlei opzicht werden overtreden, werd door de burgemeesters, de schepenen en de raad van de stad een besluit uitgevaar digd op 1 februari 1 772, waarin in 21 ar tikelen het reinigingsbeleid werd om schreven en de sancties in geval van overtreding. Kort samengevat werd de volgende ordi nantie afgekondigd: a. De stadsreiniging werd opgedragen aan de "aannemers van reinhouden" die op alle werkdagen in de ochtend en in de namiddag met hun karren de stad moesten rondrijden om de as, de drek en ander vuilnis op te nemen. Bij het voorrijden moesten de deuren van de as-karren gesloten blijven van het b. c. d. e. ene huis tot het volgende huis. Het rij den begon om 7 uur des morgens en in de wintermaanden om 8 uur. 's Middags werd er vanaf 2 uur gereden en net zo lang tot zij hun "tour" ge daan hadden. Zij kregen een boete van 2 stadsponden voor elke dag dat zij verzuimden hun werk te doen. Bewoners van de markt mochten tij dens de beestenmarkt en andere grote markten de "drek en vuyligheid" mid den op straat "bijeen keren" welk vuil nis dan vervolgens door de "karlieden" zou worden opgehaald en afgevoerd. Niemand mocht op publieke straten of kerkhoven zijn behoefte doen of toela ten dat dit door zijn kinderen werd ge daan; dit op straffe van een boete van 3 stuivers. Ieder moest driemaal per week voor zijn erf de straat "afkeeren" maar mocht de keistenen niet schrobben op straffe van 3 stuivers boete. Afval van groente, as of andere vuilig heid mocht niet op de straten van de stad gesmeten worden dan wel in de grachten of in de molenbeek worden geworpen, op straffe van een boete van een half stadspond. Hetzelfde gold ten aanzien van de in gewanden van geslachte beesten en 41 De geschiedenis herhaalt zich!

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1998 | | pagina 19