mensen om met Gods hulp Zijn wil te
volbrengen (...)".29 Enige nuancering is
hier echter geboden; deze plaatsbepaling
gold zeker in hoge mate voor Van der
Loeff, maar een even authentieke - overi
gens veel minder bekende - Groninger
als Waalke van Borssum Waalkes, die
van 1844-1866 in het Friese Goënga pre
dikant was, bleef daar een stuk bij van
daan.30
Een laatste opmerking over de Godsdien
stige Oefeningen betreft de vorm waarin
deze Zutphense predikant zijn voordrach
ten goot. Enerzijds blijkt hij echt kind van
zijn tijd te zijn, waar hij als methode die
van de trapsgewijze opleiding hanteert,
anderzijds doet de toepassing van de
concentrische methode - wat hij zijn toe
hoorders wilde inprenten stelde hij in ver
schillende bewoordingen steeds weer aan
de orde - modern aan. Dat de duur van
deze toespraken immer de 45 minuten
overschreed mag ons nu voor de toenma
lige hoorders wat belastend lijken, voor
Van der Loeff was dat geen probleem:
ook zijn zondagse en door-de-weekse
preken hadden deze tijdsduur.
Noten
1Rutgers van der Loeff werd in 1808 gebo
ren in de pastorie te Spaarndam. Van
1818-1821 was hij leerling bij de Hernhut
ters te Neuwied. Hij bezocht de Latijnse
scholen te Groningen, Bolsward en op
nieuw Groningen. In die stad werd hij in
1824 student theologie. Tijdens de Tien
daagse Veldtocht in België (1831was hij
sergeant-majoor van de Groningse en Fra-
neker studenten (flankeurs). Hij trouwde in
1835 met Romelia Atia van der Tuuk
(1813-1866).
Hij was predikant van Slochteren (1832),
Noordbroek (1836), Zutphen (1844) en
Leiden (1847-1872). Hij overleed in Lei
den in 1885.
2. Het woord 'oudste' moet opgevat worden
als invloedrijkste. Gerard Rudolf Erdbrink
was in de 19e eeuw op maatschappelijk
gebied de meest vooraanstaande predikant
van Zutphen. Zie ook Bert Looper en
Harry Mes, Tot nut en zegen der arbei
dende klasse. De David Evekink Stichting
te Zutphen1848-1988. Van armenzorg tot
sociale woningbouw (Zutphen 1988). Een
summiere levensbeschrijving van Erdbrink
in: Biografisch woordenboek van prote-
stantsche godgeleerden in NederlandII
('s- Gravenhage 1919) 74.
3. Derk Jansen, "Ik ging 's morgens op
schaatsen naar Groningen." Uit het dag
boek van ds. Abraham Rutgers van der
Loeff. Noordbroek (1841-1844) 72. Daar
wordt een beschrijving van het Dagboek
gegeven. Het telt 425 dichtbeschreven fo
liobladen van gemiddeld 600 woorden.
Het verblijf te Zutphen van Rutgers van der
Loeff beslaat 50 bladzijden.
4. Van der Loeffs beroep naar Leiden stuitte
aldaar op verzet van orthodoxe zijde. Zie
hiervoor: Derk Jansen, Op zoek naar
nieuwe zekerheid. Negentiende-eeuwse
predikanten en het spiritisme [diss. RUG].
(Groningen/Amsterdam 1994) 184. Over
Van der Loeff ook: Jasper Vree, De Gronin
ger Godgeleerden. De oorsprongen en de
eerste periode van hun optreden (1820
1843) [diss. VUA] Kampen 1984. Vree
schreef ook het lemma 'A. Rutgers van der
Loeff' in: Biografisch lexicon voor de ge
schiedenis van het Nederlands protestan
tisme, IV (Kampen 1998).
De teksten van beide aangehaalde preken
zijn in het particulier archief Rutgers van
der Loeff te Almelo. Daarin is ook aanwe
zig zijn Dagboek dat hij vanaf 1 januari
1844 tot zijn dood in 1885 bijhield. Een
kopie van het gedeelte over de Zutphense
periode berust bij het Stadsarchief Zutphen
(SAZ). De beheerder van het archief Rut
gers van der Loeff, mr. Manta Rutgers van
der Loeff las de tekst van deze bijdrage en
verschafte waardevolle aanvullende infor
matie. Ik zeg hem, en de staf van het
Stadsarchief Zutphen, hartelijk dank.
5. In het Dagboek maakte Van der Loeff in de
volgende bewoordingen melding van zijn
gemoedstoestand toen hij het beroep uit
Zutphen had ontvangen: Zondag 14 April
1844. Zeer zorgde ik tegen deze dag. We-
19